John Muir (1838-1914) was schrijver, natuuronderzoeker en -beschermer van Schotse komaf. Hij was een van de oprichters van milieubeschermingsorganisatie Sierra Club en mede dankzij zijn inspanningen werden Yosemite en Sequoia nationale parken. Zijn boeken en essays over de natuur bereikten een miljoenenpubliek.
In de wildernis
De Schotse John Muir verhuisde halverwege de negentiende eeuw met zijn ouders vanuit een Schots dorpje naar Wisconsin in de VS. Zij besloten daar een nieuwe boerderij en een nieuw leven op te bouwen. Het ravottende baasje van elf dat van vogels en dieren hield en van buiten zijn, werd in een nieuw land neergezet en ravotte daar met zijn broertjes en zusjes gewoon door, maar zag nieuwe vogels en nieuwe dieren.
Muir werd de grootste natuurbeschermer van de VS, de man die zorgde voor de oprichting van Nationale Parken als Sequoia en Yosemite, en natuurlijk zijn eigen Muir Woods.
In deze verrassende keuze uit zijn geschriften leren we de natuur van Amerika kennen zoals die dankzij Muir op veel plekken is bewaard, verbijsterend veelzijdig en geweldig. Muirs verwondering over wat hij ziet, zijn behoefte het landschap te begrijpen en aan te raken, te tekenen, er te slapen en te verdwalen zijn met zoveel precisie beschreven dat de lezer zich nog steeds aan Muirs bossen en bergen kan laven.
Muir gidst de lezer door landschappen die door zijn toedoen en bescherming nog steeds de eigenschappen bezitten die Muir zelf zo lyrisch maakten.