Józef Wittlin (1896–1976) werd geboren in Galicië, destijds deel van Oostenrijk- Hongarije, en groeide op in Lwów. Met zijn vriend Joseph Roth meldde hij zich in 1916 als vrijwilliger bij het Oostenrijkse leger. Hij werkte onder meer als tolk in een krijgsgevangenkamp voor Italianen. Na zijn studie was hij eerst werkzaam als leraar en daarna als schrijver, dichter en vertaler. In de Tweede Wereldoorlog moest hij door zijn joodse afkomst zijn geboorteland ontvluchten. Samen met zijn gezin vestigde hij zich in New York, waar hij tot zijn overlijden bleef wonen en werken.
Mijn Lwów
Józef Wittlin schreef Mijn Lwów in 1946 in de vs. Lwów (tegenwoordig bekend als Lviv) was net het toneel geweest van een gruwelijke oorlog en massale deportaties. Zelf was de joodse Wittlin er in 1940 in geslaagd met zijn gezin via Frankrijk naar de VS te vluchten. In februari 1945 werd op de Conferentie van Jalta besloten dat Lwów voortaan geen deel meer zou uitmaken van Polen, maar van de Sovjetrepubliek Oekraïne. Voor Wittlin betekende dit dat hij zijn vaderland nooit meer terug zou zien.
In zijn ballingsoord New York bleef hij met weemoed terugdenken aan zijn tijd in Lwów. Met lichte ironie en een scherp oog beschrijft hij het straatbeeld van de stad, haar kathedralen, synagoges en parken, en alle kleurrijke inwoners die haar door het oorlogsgeweld zijn ontvallen, maar die voortleven in de herinnering. In Mijn Lwów weet Wittlin als geen ander over te brengen hoe het voelt om heimwee te hebben naar een plaats die nooit meer zo zal zijn als je haar ooit leerde kennen.