In Japan is Shūgorō Yamamoto (1903–1967) misschien wel de bekendste schrijver van historische fictie, maar in het buitenland is zijn naam nagenoeg onbekend. Toch zijn meer dan dertig van zijn werken verfilmd, o.a. door Akira Kurosawa en Takashi Miike. Sinds 1988 wordt de Yamamoto Shūgorō Prijs jaarlijks uitgereikt aan de best vertelde nieuwe roman.
De blauwe schuit
Het is 1928. Een onbekende jonge schrijver huurt een huisje in Urakasu, een vissersstadje dat qua afstand niet ver van Tokyo ligt, maar waar hij zich bijna op een andere planeet waant. Daar koopt hij een wrakkig bootje waarmee hij de omgeving verkent, en tegelijkertijd leert hij de bevolking van het stadje kennen. Zo komt hij meer aan de weet over ’emmergekken’, filosofische vissers, ondernemende schooljongens, eenden, krabben en strandkastanjes.
De sfeer en lichte toon maken dat ‘De blauwe schuit’ ongeëvenaard is qua humor en stille tragiek. De prachtige portretten die Yamamoto schetst doen denken aan Antoon Coolens ‘Dorp aan de rivier’. En dankzij de vaak humoristische verwikkelingen heeft ‘De blauwe schuit’ ook iets van de rakugo, anekdotes met een pointe volgens de Japanse literaire traditie. Zeker is dat Yamamoto’s verbeeldingskracht onweerstaanbaar is, veel scènes raakt de lezer nooit meer kwijt.