Willem Jan Otten (1951) heeft een veelzijdig oeuvre op zijn naam staan: hij schrijft poëzie, verhalend proza, toneel, kritieken en essays. Hij debuteerde als dichter met de bundel Een zwaluw vol zaagsel (1973); zijn meest recente bundel is Gerichte gedichten, uit 2011. Voor zijn bundel Paviljoenen ontving hij de Jan Campertprijs 1992; Eindaugustuswind werd genomineerd voor de VSB-Poëzieprijs 1999.
Behalve poëzie schreef Otten jarenlang artikelen en beschouwingen, die verschenen in uiteenlopende tijdschriften en was hij van 1989 tot 1996 redacteur van Tirade. Verder was hij een tijdlang als toneel- en muziekcriticus verbonden aan Vrij Nederland. Vanaf zijn bundel Paviljoenen (1991) neemt Ottens literaire productie een hoge vlucht. Binnen enkele jaren verschijnen een essaybundel, twee romans en twee toneelstukken. Door de verschijning van de roman Ons mankeert niets raakte Otten actief betrokken in de discussie over het euthanasie-vraagstuk en schreef hij een bijdrage voor de bundel Als de dood voor het leven. Naar aanleiding van zijn bekering tot het katholieke geloof publiceerde hij in 1999 Het wonder van de losse olifanten, een rede tot de ontwikkelden onder de verachters van de christelijke religie.
Dat de belangstelling voor Ottens werk niet alleen in Nederland aanzienlijk toegenomen is, blijkt uit de Duitse vertalingen die inmiddels van zijn werk verschenen. In 1999 ontving Willem Jan Otten de Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre. In 2004 verscheen zijn roman Specht en zoon, die na een warm onthaal in de pers tevens werd bekroond met de Libris Literatuurprijs 2005. De roman werd tevens bekroond met de Inktaap 2006, een prijs die wordt toegekend door middelbareschoolleerlingen uit Nederland en België. Specht en zoon werd inmiddels verkocht aan Italië (Iperborea), Frankrijk (Gallimard), Duitsland (Fischer Verlag) en Zweden (Bonniers).
In het voorjaar van 2006 verscheen Een sneeuw en meer toneel, zijn verzamelde toneelwerken; in november 2006 verscheen de bundeling van zijn bijdragen aan het magazine M van NRC Handelsblad: Waarom komt U ons hinderen, met vierkleurencollages van Marc Mulders. In het najaar van 2008 verscheen zijn dichtbundel Welkom.
In 2009 verscheen zijn essaybundel Onze Lieve Vrouwe van de Schemering, die in 2010 genomineerd werd voor de AKO-literatuurprijs.
In 2011 verscheen het lange gedicht De vlek, in 2017 gevolgd door De genadeklap, waarvoor Otten genomineerd werd voor de Grote Poëzieprijs. Zijn romans werden in 2018 gebundeld onder de titel Vier bekentenissen.
In 2014 werd de P.C. Hooftprijs aan Willem Jan Otten toegekend voor zijn beschouwend proza.
De vlek
De legendarische saxofonist Abe Kans hoort in het ziekenhuis dat hij een enorme vlek op zijn longen heeft. De Braziliaanse priester Josephsson verneemt op die dag dat zijn longen brandschoon zijn. Maar de radiologe in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis vergiste zich
Het verhaal wordt verteld door Abes broer, die in het ziekenhuis bij de beveiliging werkt. Hij volgt via de schermen wat er gebeurt. Wie voorspeld is te sterven, kan blijven leven. Hij die zou blijven leven, zal sterven.
Een aanslag met een vondeling, de jeugd van de gebroeders Kans, het geloof van een ter dood veroordeelde en de laatste uren van een rasmuzikant zijn bestanddelen van dit even mysterieuze als filmische relaas van een aangekondigde dood.
In zijn muzikale, lichtvoetige tragedie weeft Willem Jan Otten binnen één etmaal twee levens tot één lot, één raadselachtig einde. Van wie is de vlek, maakt het uit wie hem heeft, wie vlucht, wie niet? En kan het, de dood van een ander sterven, het heft in eigen handen nemen, de genade ontlopen?