Het mooiste gedicht ter wereld

Horatius, kun je die nog lezen? Wie was ook alweer W.B. Yeats? Waarom zijn de gedichten van Wislawa Szymborska zo geliefd? Hoe begrijpelijk is de begrijpelijke poëzie van Lars Gustafsson?

Zulke vragen stelt Guus Middag in Het mooiste gedicht ter wereld, een bundel essayistische omzwervingen door de wereldpoëzie. Niet dat de vragen ook allemaal beantwoord worden, daar is het Middag niet in de eerste plaats om te doen. Bij hem betekent schrijven over dichters: omcirkelen en kennismaken, veel meer dan vaststellen en definiëren.

Hoe groot een naam ook is en hoe ervaren Middag als lezer mag zijn, hij leest alsof het steeds voor het eerst is. Met jaloersmakende onbevangenheid en onbevooroordeeldheid dwaalt hij rond in de poëzie van dichters uit alle tijden, talen en culturen: Vergilius, Kavafis, Rimbaud, Verlaine, Annenski, Brodsky, Pavese, Plath en Tranströmer. Het is een manier van lezen waarmee weleens zomaar, onverwachts, het mooiste gedicht ter wereld voorbij zou kunnen komen: terloops, onderweg naar het volgende mooiste gedicht.