In Daarheen en weer terug beschrijft David Smalhout (1919–1989) uitvoerig en gedetailleerd wat hem tijdens het transport en zijn verblijf in vernietigingskamp Auschwitz overkomen is. Smalhout was de zoon van een diamantslijper. Na de lagere school ging hij naar de hbs, wat bijzonder was, omdat deze opleiding alleen was weggelegd voor financieel draagkrachtigen. Zijn ouders hebben zich veel moeite getroost om hun zoon die opleiding te kunnen geven.
Als een van de laatste joodse paren trouwden zijn vrouw en hij in de Amsterdamse Grote Synagoge aan wat tegenwoordig het J.D. Meijerplein heet. Dat was in 1943. Een jaar later werden ze allebei opgepakt en naar de kampen getransporteerd. Na de oorlog heeft Smalhout zijn vrouw weer teruggevonden.
Dit dit aangrijpend ooggetuigenverslag verslag is ingeleid door Nico Frijda (1927), psycholoog en emeritus hoogleraar aan de UvA.
‘Ik heb Daarheen en weer terug ademloos uitgelezen.’
– Janet Luis in NRC Handelsblad –