De stad is een marionettenspel

het geluk bij jou betekent

het verleden; de scheepsfluit

is de toekomst, dat ik als

een matroos door het patrijspoort

over de zee zal nadenken

 

en toch is dit niet genoeg de hand

die bewegelijk het geluk van jou

of zonder jou beoefent en als een danser

het onwillige plezier over de drempel

van het hart onzer ogen draagt

 

wanneer ik maar zo’n muts als geldpot

van mijn ziel zou dragen en mijn koffer

van feiten kon pakken en de boot

het laatste plezier van de stervende

kon vergeten in golven voor altijd.

Uit: Hans Lodeizen, Verzamelde gedichten