Met Eén, een bundel zeer korte verhalen, wandelt Warner van Wely het Nederlands literair toneel op als een overdonderende verrassing. Gemakkelijk samen te vatten is wat hij doet niet. De verhalen van Van Wely hebben de opmerkelijke neiging na lezing uit te dijen en het brein nog lang bezig te houden. Proza met een hoog soortelijk gewicht maar toch niet zwaar op de hand of ingewikkeld. Van Wely biedt verhalen voor de lezer die de behoefte heeft op een tekst te kauwen zonder aan een dik boek te beginnen: een schrijver die zelf al de moeite heeft genomen om wat niet van belang is weg te laten. Wat overblijft is een ‘Zeer Kort Verhaal met een Zeer Lange Nasleep’.
‘De vaas, in de vazenwinkel, in een veld van identieke vazen, hoopt op een ander bestaan. Mijmert over individualiteit, en het bekleden van een essentiële post in een persoonlijk huishouden, een gezin of bij een eenling met smaak voor het goede. De vaas hoopt in haar diepliggende ziel op een andere functie. Bijvoorbeeld als karaf. Zij vindt zichzelf daar bijzonder geschikt voor.’