door Wouter van Oorschot
Drieënvijftig jaar na de eerste druk uit 1960 is zojuist in onze Russische Bibliotheek de splinternieuwe vertaling verschenen door Arthur Langeveld van Dostojevski’s zo niet beroemdste dan toch wel adembenemendste grote roman De idioot. Langeveld, aan wie in 2006 de Martinus Nijhoffprijs voor vertalingen werd toegekend naar aanleiding van zijn het jaar tevoren verschenen herschepping van De gebroeders… in De broers Karamazov, heeft een vol jaar met plezier aan deze nieuwe vertaling gewerkt.
In zijn bondige en informatieve nawoord bij De idioot stelt Langeveld over diens vermeend slordige stijl: ‘…zoals in al zijn werken streeft Dostojevski ook hier niet naar «mooi» taalgebruik dat aan alle literaire conventies voldoet. Zijn personages hebben allemaal een eigen taalgebruik, met hun specifiek, niet altijd helemaal grammaticale eigenaardigheden. Net als de verteller zelf overigens, die er niet voor terugdeinst om driemaal «zelfs» of viermaal «plotseling» in één alinea te gebruiken. Van hoogdravend tot plat, Dostojevski schept er behagen in om ons alle mogelijkheden van de taal te laten zien.’
De idioot was ‘de eerste Rus’ die ik ooit las, jongen van zestien in het roerige en ook om zoveel andere redenen leerzame jaar 1968. Ik was totaal overrompeld en kon nauwelijks geloven dat het überhaupt mogelijk was om zulke boeken te schrijven. Bij herlezing in de nieuwe vertaling, afgelopen zomer, besefte ik hoeveel schitterende details ik vergeten was maar ook hoeveel me destijds eenvoudig is ontgaan. Het belangrijkste was wel dat Nastaja Fillípovna Barásjkova, als onvergetelijke femme fatale een van de grote vrouwenfiguren uit de wereldliteratuur naast Anna Karenina en Emma Bovary, in haar jeugd seksueel misbruikt is door haar weldoener. Hoe actueel een boek na 150 jaar nog kan zijn… Dostojevski kon dat in 1869 niet rechttoe rechtaan opschrijven, zoals we dat nu wél zouden doen, maar het staat er, hoe omfloerst ook, wel degelijk. Ik zag het destijds geheel over het hoofd en kon zijn schepping deze keer dus tevens interpreteren als de pre-Freudiaanse studie van een psychisch gekneusde vrouw die zij óók blijkt te zijn.
De hernieuwde kennismaking met De idioot pakte wat mij betreft geweldig uit: wát een boek! Dat van die vier «plotselings» klopt natuurlijk, en waar is óók dat je bij wijze van spreken zinnen tegenkomt van het type ‘Goededag Ivan Petrovitsj! kwam hij met uitgestoken hand de trap af.’ Maar het gekke is dat je zoveel vaart, drama, gesprekken, stellingen, debatten, humor en ja: romantiek bij hem vindt, dat je Dostojevski dit soort ‘slordigheden’ graag vergeeft: zó veel krijg je ervoor terug.
Om de verschijning van ‘de nieuwe idioot’ te vieren, zijn in de eerste 2000 exemplaren veertig ‘gouden bonnen’ verstopt waarmee de gelukkige vinders tot 1 januari 2014 aanspraak kunnen maken op de Verzamelde werken van Ivan Boenin (4 delen). Zie de aankondiging van De idioot hieronder.
Eén ding moet me bij dit alles van het hart jegens alle liefhebbers van onze Russische Bibliotheek en Van Oorschot – ‘dundrukjes’ in het algemeen. Sinds het eerste deel in de Russische Bibliotheek verscheen, dat was in 1953, is deze nieuwe uitgave van De idioot het eerste deel dat niet meer gebonden is in het prachtige ‘ballonet’-linnen van de Duitse firma Ernstmaier. Men maakt het niet meer, althans niet op industrieel niveau. Ook dit tijdperk is dus voorbij.
Gelukkig vonden we in het Tsjechische stadje Ceska Skalice een weverij luisterend naar de internationale naam Platex, waar men tegen afname van 1000 meter (goed voor 16.000 exemplaren op RB-formaat) bereid én in staat is gebleken om ons te vergasten op ‘de kleur Dostojevski’ van zódanig kwaliteitsniveau, dat denkelijk niemand het verschil zou hebben opgemerkt, als ik dit hier niet had openbaargemaakt.