Elisabeth Eybers (1915–2007) was de eerste vrouw die in Zuid-Afrika de prestigieuze Hertzog Prijs won, in 1943, voor haar bundels Die stil avontuur en Belydenis in die skemering. In 1961 en in 1971 won ze de prijs eveneens. Eybers woonde sinds 1961 in Nederland. Van Oorschot gaf twee bundels van haar uit. In Nederland werd haar werk evenzeer bewonderd. Vaak tot haar eigen verbazing deed het Nederlandse publiek speciale moeite om zich deze poëzie in een andere taal – Eybers bleef in het Afrikaans schrijven – toch eigen te maken.
Eybers is onmiskenbaar een Zuid-Afrikaanse en Afrikaanse dichteres, maar heeft zich in de loop van haar dichterschap ook als een Nederlandse ontwikkeld en over zeer Nederlandse onderwerpen geschreven. Maar altijd bleef de toon van haar gedichten hetzelfde: persoonlijk, openhartig, schalks, spitsvondig en oog voor het dagelijkse, het op het oog doodgewone. Eybers ademde poëzie, iedere ogenschijnlijk kleine gebeurtenis kon een aanleiding zijn voor een gedicht. En altijd bleef de verscheurdheid, de heimwee: ‘Elke nag / tregter my terug na my geboorteland, / die einder dobberend tussen son en sand.’
Elisabeth Eybers heeft een monumentaal en omvangrijk oeuvre op haar naam staan.
In 1978 ontving ze de Constantijn Huygensprijs, en in 1991 de P.C. Hooftprijs, beide voor haar gehele oeuvre.