In de vertaling van Paul Bruijn verscheen Babbitt, van Sinclair Lewis.
Christophe Vekeman verklaarde in het Vlaams kunstprogramma Klara: ‘Hèt boek van 2015 is verschenen in 1922!’ ‘Een verrukkelijke roman, juist vanwege het lage verteltempo, met Monty Pythonachtige humor.’
Als Vekeman zou moeten kiezen tussen Stoner en Babbitt, dan koos hij voor de laatste. (Luister hier naar de recensie, vanaf minuut 42)
Voor Babbitt ontving Lewis als eerste Amerikaan de Nobelprijs voor de Literatuur (1930). De sociale satire behandelt twee belangrijke thema’s: de voor- en nadelen van onze kapitalistische levenshouding en het conformisme: in welke mate ben je bereid om je aan te passen aan wat je omgeving van je verwacht? Zoals Richard Yates’ in Revolutionary Road de zwakheden en de twijfels van de opkomende klasse blootlegt, deed Sinclair Lewis dat eerder al in Babbitt.
Na de lovende bespreking in DWDD ontving Babbitt al veel lof. Met vier sterren **** in De Volkskrant bijvoorbeeld wat Martin Schouten zeer enthousiast. En ook NRC schreef: ‘Lewis heeft er voelbaar plezier in de wereld van Zenith met zijn achterbakse moraal, zijn platte sentimentaliteit en Amerikaanse neiging tot eenvormigheid geheel door de ogen van Babbitt te beschrijven. Hij heeft heldhaftige dromen, maar hij is geen held.
Juist in dat inzicht zit de angel van Lewis’ satire – en de steek doet, ruim negentig jaar na verschijning van de roman, nog altijd pijn.’
In de boekhandel krijgt Babbitt tot aan de boekenweek extra aandacht, samen met 9 andere mooie klassiekers. Lees hier meer over de Schwob-actie en het Schwobfest.