In De Groene Amsterdammer van deze week staat een mooi artikel van Daniël Rovers over Kees Verheul. Aanleiding is de vijfenzeventigste verjaardag van Verheul, die onder meer de romans Villa Bermond en Stormsonate, verscheidene essaybundels en het autobiografische boek Een jongen met vier benen publiceerde. Enkele jaren geleden verscheen Niets heb ik van mijzelf, waarin ook een abecedarium van Willem Jan Otten staat, over Verheul en zijn werk.
Daniël Rovers in De Groene Amsterdammer: ‘Als er een begrip is dat me invalt bij het lezen van zijn literatuuressays, die van een grote, benijdenswaardige belezenheid getuigen, dan is het “ridderlijkheid”. Verheul schrijft galant over de diverse schrijvers, afkomstig uit alle windstreken, die hij tot zijn canon rekent en brengt daar eerlijk, gul en nietsontziend verslag van uit. Het scherpgeslepen zwaard sluit de hoofse gemanierdheid niet uit.’