De nieuwe dichtbundel, de eerste in vier jaar, van Rutger Kopland Toen ik dit zag is inmiddels verschenen. Zoals bekend raakte Kopland eind 2005 betrokken bij een auto ongeluk, waarvan hij gelukkig herstelde. Niettemin maakte deze gebeurtenis een diepe indruk op hem. Het zal zijn vele duizenden bewonderaars dan ook niet verbazen dat hij in zijn nieuwe bundel des te sterker aandacht heeft voor wat zijn latere werk kenmerkt: proberen de wereld te zien zoals deze zijn kan zonder dat wijzelf er zijn.
In de bundel is ondermeer een cyclus gedichten opgenomen die hij maakte naar aanleiding van schilderijen van zijn broer, de schilder Jaap van den Hoofdakker.
Lees hier de recensie in de NRC.
Rutger Kopland leest voor uit zijn nieuwe bundel op de presentatie van Toen ik dit zag.
‘Kopland probeert te luisteren naar de stilte achter de dingen. […] Ja, die stilte bestaat, maar er is geluid voor nodig om haar hoorbaar te maken, zoals ook de dood geen betekenis heeft als er niet eerst leven is geweest . En het is de schoonheid van wat verdwijnt, die ons het meeste raakt.’ – Piet Gerbrandy in de Volkskrant
‘Wat mij toch in deze prevelende gedichten aangrijpt is dat ze niet anders kunnen zijn dan zo. Opsmuk is niet meer nodig. Jarenlang waren zijn gedichten als bomen vol blad, nu zijn de takken nagenoeg kaal.’ – Janita Monna in De Groene Amsterdammer