De vertaalster van onder meer Op zoek naar de verloren tijd van Marcel Proust, Thérèse Cornips, is overleden. Iedereen die haar ontmoette, was zonder uitzondering onder de indruk van haar. Vooral haar soevereiniteit was bijzonder. ‘Een vrouw, geboren in het katholieke Maastricht, met een opvallend beweeglijk gezicht, een sterk en watervlug lichaam (als kind was ze jaren wedstrijdzwemster) en een zeer open, vrije natuur,’ schreef Mirjam van Hengel vorig jaar in NRC Handelsblad. Lange tijd was ze de geliefde van de dichter Chr. J. van Geel.
In 2015 verscheen Met een bevroren jas en een geleend tientje. Herinneringen van Thérèse Cornips, opgetekend door Guus Middag. Aan hem vertelde ze onder veel meer over het naoorlogse bohémienleven met de schilder Klaus Grünewald in Wallonië. Over de liefde voor haar vader, die haar op zijn sterfbed een bekentenis deed, haar leven met Van Geel en haar gedwongen verblijf in een inrichting, haar ontmoetingen en vriendschappen met dichters, schrijvers en schilders.
Een boeiend en rijk leven dat zich over bijna de gehele twintigste eeuw – daar aan voorbij – uitstrekte is in dit boek zorgvuldig geformuleerd na te lezen.