Sommige verhalenbundels mogen zich verheugen in een wel zéér goede ontvangst in de vaderlandse pers. Het geheim van de kromme neuzen van Kerim Göçmen is er zo een.
‘Een rijp, evenwichtig debuut’ schreef Jasper Henderson al in Het Parool, ‘Göçmen geeft zijn thema’s vorm in kalm, bijna weldadig proza.’
Edith Koenders schrijft in De Volkskrant ‘Göçmen toont zich een meester en bewijst dat hij niet alleen het geheim van de kromme neuzen kent, maar ook dat van het vertellen van een klassiek verhaal.’
In Trouw gaat Jaap Goedegebuure daar nog overheen: ‘Het zorgvuldig aangebrachte patina van een voorbije wereld doet buitengewoon plezierig aan, net als de ingehouden en goed gedoseerde verteltrant, die herinnert aan negentiende-eeuwse grootmeesters als Tsjechov en Maupassant.’ ‘Een origineel debuut met subtiele verhalen.’
Kerim Göçmen schrijft over het alledaagse leven van de Turkse middenklasse. Ambtenaren, leraren, studenten, kleine fabrikanten, werklui en hun vrouwen, hun zonen en dochters. In Het geheim van de kromme neuzen speelt het Turkije de hoofdrol dat zich niet laat vangen door de westerse blik die het land tracht weg te zetten als exotisch of door religie gestuurd.