Ik doe zaken
ik heb een heel grote schrijftafel
en mijn gezicht staat moeilijk
ik praat in een telefoon
en ik heb een mijnheer
die juffrouwtjes kan laten werken
en nog meer mijnheren
de juffrouwtjes ruiken zo lekker
ze ruiken allemaal verschillend
de mijnheren zijn in grote jassen
ik bloos er wel van
het lijken wel Engelsen
en ik begrijp niet, waarom ze doen wat ik vraag
er was veel zaken vandaag
het waren allemaal gedachten van mensen
er waren veel dikke, die duwden en waren onwillig
ik begreep niet, waarom ze zo koppig waren
er waren magere, met valse haakjes
en er zat veel in de knoop
het was precies het kistje met oudroest en touwtjes
van mijn grootvader
ik was een vreemdeling
toen ben ik maar gaan wandelen in de bosjes
het was een arme dag, de straat was nat
de zwarte boompjes hadden honger
die trok hun magere vingertjes krom
de wind zei verdrietige verhaaltjes
het novemberlicht was saai en schraal achter vervelende wolken
maar in mijn hart bonsde de opstand
en ik zei: lieve god, ik wil een straatsteen zijn
Uit: J.C. van Schagen Ik ga maar en blijf
zie Oorshop