Eierschalen tot de rand gevuld
met tranen dragen wij
behoedzaam door de tijd.
In de spiegels onzer ogen
rijst de wereld onherbergzaam op.
Overal zijn wij geweest.
Nergens keren wij terug.
Beladen met herinneringen
buigen wij ons naar de aarde toe.
Onwetend en zonder wijsheid
welken wij spoorloos uit het licht.
Uit: Hanny Michaelis Verzamelde gedichten