In de oudste lagen van mijn ziel,
waar hij van stenen is gemaakt,
bloeit als een gaaf, ontkleurd fossiel
de stenen bloem van uw gelaat.
Ik kan mij niet van u bevrijden,
er bloeit niets in mijn steen dan gij.
De oude weelden zijn voorbij
maar niets kan mij meer van u scheiden.
Uit: M. Vasalis, Vergezichten en gezichten