Toen ik je schreef, lief manuscript, was het een andere tijd. Zo gaat dat vaker als ik ergens lang aan werk.
Ik tikte je laatste letter en printte je tweezijdig, met twee bladzijden op één kant om papier te besparen. Toch voelde je stevig, rijk.
Op de bank – niet aan tafel – om je vanuit een andere plek te bekijken, las ik je. Ik probeerde niet op kleinigheden te letten, maar deed het tóch, was al snel aan het doorhalen, opmerkingen in de kantlijn aan het zetten.
Het zal gevoeld hebben alsof ik niet meer om je gaf.
Ik legde je weg; liet je rusten om je als geheel op me in te laten werken. Ik merkte dat ik niet meer de persoon ben die je schreef.
Maar alle boeken zijn momentopnamen.
De vraag is of ze een goede weerspiegeling zijn van hun tijd. Ik heb het niet over het actuele, maar over de levensfase waarin ze geschreven zijn. Een boek moet de ‘ziel’ van de schrijver van dat moment laten zien.
We hebben nog een weg te gaan, jij en ik. We zullen terugmoeten naar jouw tijd om te schuiven, te stellen, kleine delen te vervangen. Maar we komen er wel, lief manuscript. Ik laat je niet alleen.
_____________________________________________________________
Gilles van der Loo (Breda, 1973) was redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceert hij online en in diverse bladen. Hij schreef de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de roman Het laatste kind. In 2016 verscheen zijn sterk autobiografische roman Het jasje van Luis Martín.