Na het zien van de film Call me by your name was ik onder de indruk. Meer nog dan het weergeven van een ontkiemende liefde tussen twee jonge mannen met een leeftijd- en machtverschil laat die film zien hoe prachtig de Noord-Italiaanse zomer kan zijn. Misschien zelfs wel mooier dan ik zelf ooit heb meegemaakt, al kan dat ook door het verhaal komen, en daardoor al te veel neigend naar hyperrealisme. Het lijkt alsof de regisseur er onder invloed van Instagram een filter overheen heeft geplakt. Het blauw van de hemel is het allerallerblauwst, het zonlicht is door stof gefilterd en alle personages komen in een omhulsel van gruis, transpiratie en korte nachten. Zo veel pijn aan mijn ogen had de zomer nu ook weer niet gedaan.
Op social media zoals Instagram wordt er een afspiegeling van de werkelijkheid gegeven met een patina van het-leven-is-fantastisch. Het is alsof je naar iemand kijkt door een dubbel filter: de best-of van gebeurtenissen, gezien door een laagje Photoshop. Een opgepoetst simulacrum dus, net als deze film.
Het is die saus die Call me by your name soms doet overhellen naar kitsch. De overdadig gekleurde weergave staat wat mij betreft op gespannen voet met het verhaal, dat eigenlijk heel klein is: een zoon verliefd op een student van zijn vader, meer is er niet nodig. Soms blijft het evenwicht tussen beeld en verhaal (de soundtrack daargelaten) bewaard, soms schiet het over de rand en prentendeert de film meer te zijn dan hij is. Ondanks die bijsmaak bleef Call me by you name mij boeien – wat uiteindelijk alles te maken heeft met mijn natuurlijke verwantschap met het thema homoseksualiteit.
Het valt me überhaupt op dat de gay cinema steeds meer in de belangstelling staat. Vorig jaar was er natuurlijk Moonlight, dat helemaal werd omarmd door het grote publiek. En voorafgaande aan Call me by your name werd ik even bij de lurven gegrepen door de filmtrailer van God’s own country. Daar moest ik naartoe: eenzame Engelse boerenzoon krijgt hulp van een Roemeense knecht. Wordt het Brokeback Mountain tussen de koeien, een noordelijke variant van Italiaanse zomerliefde of een geëngageerd drama als Moonlight? Ik heb de recensies vooralsnog links laten liggen, en besloten zelf te gaan kijken het uitloopt op gay cult, kitsch of critique.
Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.