Voordat ik mijn M. leerde kennen, had ik nog weinig van de wereld gezien. We gingen vroeger zelden op vakantie, behalve soms naar mijn tante in Duitsland. Als ik terugdenk aan de zomers van mijn jeugd, zie ik de lege parkeerplaatsen achter ons huis en het verlaten schoolpleintje aan de overkant – alles bladstil als een foto, afgezien van de zinderende zomerlucht boven het platte teerdak van de schuur. Voor de achterblijver stopt de tijd.
Ik kende het gevoel van terugkomen nog niet. Daarvoor moet je eerst zijn vertrokken. Pas nu ik afwisselend in Amsterdam en Austin woon, begin ik een beetje te snappen hoe het zit: alles doet vertrouwd aan, maar tegelijkertijd ook anders, alsof Nederland tijdens mijn afwezigheid gewoon is doorgegaan.* Niet dat ik daar bezwaar tegen heb, ik heb niks tegen verandering, maar voor M. ligt dat gevoeliger.
Als M. in Nederland is, wil hij het Nederland dat hij heeft achtergelaten, ver weg van Texas. Dat betekent concreet dat ik op de dag van zijn aankomst traditioneel spekpannenkoeken voor hem bak. Oer-Hollandse spekpannenkoeken met Van Gilse schenkstroop. Daar is hij heel precies in.
‘Wat is dit?’ vroeg hij gisteren, en hield demonstratief de fles Van Gilse schenkstroop omhoog. ‘Van Gilse schenkstroop,’ zei ik, want ik had het dubbel gecheckt. ‘De originele.’ Tegenwoordig zit de schenkstroop in een nieuwe fles. Met zijn tanden probeerde M. de sluiting van de dop los te trekken.
‘Wat heeft ie een dikke nek!’
M. heeft net een stressvolle tijd in Austin achter de rug, maar inderdaad, de oude fles Van Gilse schenkstroop had een dunnere – en elegantere – hals dan de nieuwe, eerlijk is eerlijk. Zelf vind ik het vooral jammer dat dit juist nú heeft moeten gebeuren, precies op het moment dat M. even geen gedoe aan zijn hoofd wil.
‘Je proeft het ook een beetje, die dikke nek,’ zegt M. met volle mond.
Voor terugkomers vliegt de tijd. Zonder geleidelijkheid springt before over naar after. Er zijn ondertussen baby’s geboren, peuters gaan praten, verjaardagen gevierd. En ongemerkt zijn we zelf net zo goed veranderd. Een beetje grijzer, een beetje kaler. Mogelijk hebben we de minimumleeftijd voor nostalgie bereikt.
________________
* Zelfs de etalage van damesmodeboetiek Yentl op de hoek van de Da Costakade, toch decennialang een vast, verstoft gegeven in het straatbeeld van Amsterdam West, is eerder dit voorjaar vernieuwd.
Arjen van Lith is journalist en schrijver. Hij debuteerde in 2015 met de verhalenbundel Mijn Snor bij De Harmonie en publiceerde diverse korte verhalen in (literaire) tijdschriften. De meeste maanden van het jaar woont hij in Austin, Texas, waar hij werkt aan een bundeling van de brieven die hij ooit aan zijn kapper schreef, en aan een roman over zijn opgroeien in dorpsmetropool Krommenie.