No show no more

De film Moonlight, of ik die nog niet had gezien? Daar moest ik dan snel naartoe, zozeer zelfs dat ik die film op voorhand al overschat begon te vinden. Te veel lof gaat me op den duur tegenstaan: te gehypet, terwijl ik toch oprecht in die film ben geïnteresseerd. Een vette garnaal in cocktailsaus, al is het natuurlijk maar de vraag of al die filmnominaties worden ingelost. (Ik denk dat de misspiggyachtige middenmoot er straks met de poet vandoor gaat, in plaats van Beyoncé.) Deze film was net zo gedoodverfd als het projectiedoek zelf.

Desondanks besloot ik toch naar het filmhuis te gaan. Daar werd het me nog verder tegengemaakt door schofterigheid aan de kassa, schofterigheid aan de bar en wat dies meer zij. Het publiek deed er in al zijn correctheid nog een schepje bovenop. Het leek verdomme de opera wel – maar dan verplaatst naar de hipstergeweld van FC Hyena – al vind ik de ongeïnteresseerde medemens dáár ternauwernood overkomelijk. Kortom, alles schreeuwde onaardigheid, overschat, oppervlakte. De deuren naar de zaal gingen open en dezelfde dame als van de kassa begon kaartjes te scheuren.

Een mooi moment om op te stappen. Verder niets dramatisch aan, behalve dat ik me gestrand voelde op een zandbank. Terwijl ik naar huis liep bedacht ik hoeveel ik dankzij mijn eigen bokkigheid heb gemist. Dat zijn best veel voorstellingen, waarvan ik het grootste deel me niet meer herinner. Ze staan ergens weggestopt op mijn lijstje (voor intern gebruik) met niet-geziene zaken, die ik ook nooit meer zal zien. Een hele zwik films, wat optredens en een opera heb ik al verzameld. De vraag was nu of Moonlight daar ook bij moest.

Afgelopen herfst ging ik wadlopen met mijn zus. We wilden dat beiden al een hele tijd doen, dus besloten we een wandeling te boeken bij Wadloopcentrum Friesland. Van Holwerd naar Ameland. Bekend gebied, want de helft van alle schoolreisjes van de basisschool daar in de buurt gingen naar Ameland. Eenmaal tot over de enkels in het slik liepen we al gauw in de voorhoede. Er liepen nog drie mannen voorop, waarvan een eruitzag als een voetbaltrainer met sigaar in z’n hoofd, de ander duidelijk een meeloper was, en de laatste de gids. De gids droeg een lange staf. Hij had ons aan het begin van de tocht verteld dat het bedoeling was achter die staf te blijven, zodat hij ons veilig naar het eiland kon loodsen. De twee overijverige mannen traden deze aanwijzing met voeten, letterlijk dus, want meermaals snelden zij onze gids vooruit. Toen dat voor de zoveelste keer gebeurde barstte de bom: ‘En nooo is ‘t godverdegodver afgelopen! Hoe vaak heb ik niet al zegd dat jullie achter die stok moeten blijven?!’

Ik herken me in de wadloopgids als ik besluit ergens tussenuit te piepen. Plotseling kan ik net als hij ergens schoon genoeg van hebben, en dan moet de emmer overstromen. Het lijkt een eigenschap waarmee meer Friezen behept zijn, als ze zich te lang ergeren ontvlamt er op een gegeven moment iets. Mijn pake kan er ook wat van.

Maar goed. Stonden we daar, midden in de fucking drek, dat die gids ineens uit zijn vel sprong. Gelukkig heeft het Wad wat dit aangaat een mooie, dempende eigenschap: binnen dertig seconden stond iedereen weer achter hem, in het besef dat we aan elkaar gebonden waren. Hoe wilden we anders wegkomen voordat het vloed werd?

Moonlight krijgt, met dit in het achterhoofd, toch geen plaats op de lijst met films die ik nooit zou bezoeken. In het licht van een kwaad gesternte mag het mij eerder te heet onder de voeten zijn geworden, uiteindelijk wil ik toch naar de overkant. Dat er halverwege iemand met een stok staat te schreeuwen is blijkbaar een sine qua non, en dat ik mij soms in de luren laat leggen door mijn emoties neem ik maar op de koop toe. De volgende keer niet pathetisch met de deur slaan, want straks zak ik buiten weg in een slenk bij laagwater. Ik ga naar Ameland.

 

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds drie jaar blogt hij voor tirade.nu.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.