Het is heel makkelijk op te wekken; onderbuikwoede. Iedereen die zegt dat-ie het niet kent liegt, of geeft er een andere naam aan – en terecht, want dat hele ‘onderbuik’ klinkt zo organerig en menstruatie-ish. Pop-up-verontwaardiging, machteloosheid als een niesbui, het gevoel tijdens een wandeling onverwacht over een plasje ijs uit te glijden en goddomme op je hoofd terecht te komen (kwaad kijken naar eventuele onschuldige omstanders en het bewuste plasje is onvermijdelijk).
Nieuws lezen en je handen omhoog willen gooien en ‘naaaaah!’ willen roepen omdat – en dan moet je dus eigenlijk na gaan denken over andere dingen dan je eigen reptielensentiment – ze X van je af willen nemen, of Y over je uit willen storten.
Zelf ben ik gevoelig voor de nostalgische variant van instantkift, het afnemen van iets wat altijd (dat wil in mijn geval zeggen: eenendertig jaar) bestaan heeft. En hoe ouder je wordt (moment, ik doe even mijn kunstgebit in), hoe meer er bij je is gaan horen. Mensen, ja, maar ook gebouwen ook al zijn ze lelijk en onveilig, zwarte pieten ook al zijn die dom en kwetsend, bermkunst, winkels die niet meer lopen, grachten die gedempt worden, klimrekken waar je nooit meer een voet op zou zetten omdat je alleen al bij het idee een heup breekt. Tv-programma’s, parfums, frisdrank, candybars.
Ik zeg niet dat je alle verandering alleen maar omdat je tegen je innerlijke bekrompen holenmens wilt vechten maar toe moet juichen. Je moet ’t per geval beoordelen en dan ook nog in acht nemen dat je niet de navel van het universum bent. Is lastig, ja, kost tijd, en vereist vooral dat je je emotionele F-sider kunt herkennen. Neemt niet weg dat je op zwakke momenten nog grienend door de buurten uit Je Jeugd kunt lopen en die snackbar die achteraf een drugshol vol illegale prostitutie bleek hartstochtelijk kunt missen. Ja, dat hol staat symbool voor een tijd waarin Paars regeerde en je knieën nog niet kraakten, maar misschien hadden ze ook wel de beste bananenmilkshake van het land, en jij kan het weten, je hebt ze allemaal geprobeerd en zal na je dood terugkeren als klopgeest omdat je nooit meer diezelfde bevrediging hebt kunnen ervaren na het drinken van zo’n kartonnen beker nepijs met nepbanaan.
Enfin, dit allemaal ter verdediging van mijn eigen oergehuil; ZE GAAN DE KUS WEGHALEN!!1!één!!1
De Kus is een beeld van Jeroen Henneman, wat ik niet wist, ik kende alleen De Kus. Het was, durf ik met enige zekerheid te zeggen, het eerste kunstwerk waarvan ik wist dat het een kunstwerk was. Als iemand in mijn buurt ‘kunst’ zei, zag ik De Kus voor me. Als we erlangs kwamen in de auto van bekenden (de eerste auto in ons huishouden kwam geloof ik toen ik een jaar of negen was, of misschien haal ik nu mijn jongere broer en onze eerste auto door elkaar) moest mijn moeder uitleggen waarom iets ook kunst is als het niet precies lijkt, geen fotorealistische weergave is. En we bleven naar buiten kijken tot De Kus een kus werd. Ik denk dat De Kus simpelweg het dichtstbijzijnde kunstwerk was, overigens, net als dat het ING-kantoor in De Amsterdamse Poort het dichtstbijzijnde bijzondere gebouw was. Volgens internet wordt dat gebouw in de volksmond ‘het zandkasteel’ genoemd, maar ik herinner me ‘de rots’. Ik vind het nog steeds prachtig, het is mijn lievelingsgebouw.
Wrang genoeg moet De Kus weg omdat ING – ze verlaten die rots namelijk in 2019 – er een kantorencomplex gaat bouwen dat geen kus voor z’n deur duldt. Het beeld zal, volgens een nieuwsbericht op de site van Het Parool, opgeslagen worden tot er een nieuwe eigenaar gevonden wordt, en dan ook nog een geschikte locatie.
‘Naaaah!’ gilde ik, met mijn handen omhoog, toen ik het las. En toen ik ging nadenken besefte ik waarom ik het riep, namelijk omdat mijn simpele ziel er nostalgische waarde aan toekent, en ik bedacht me dat de ING misschien wel een heel goede reden heeft ’t kunstwerk weg te halen, maar eigenlijk kan me dat niet zoveel schelen want – o, instantkift – zij zijn groot en ik ben klein en dat is niet eerlijk. Vanuit de grond van mijn onderbuik (gatverdamme, mensen): ik wil m’n Kus houden. Moge de weldoener met veel te veel geld en een bovenmaatse, aan een autoweg gelegen tuin zich vlug melden. Ondertussen hoop ik dat het waar is wat ik las; dat de rots, of het zandkasteel, een appartementencomplex zal worden. En dat het dan heel betaalbare huizen worden of ik onverhoeds heel rijk word, zodat ik, ondanks het feit dat mijn eerste kunstwerk niet meer in de buurt staat, op een goede dag midden in mijn eigen nostalgie zal kunnen wonen.
*Afbeelding De Kus: Google Streetview
—
Roos van Rijswijk is redacteur van Tirade. Ze publiceerde proza in diverse tijdschriften en de roman Onheilig (Querido, 2016).