Ik weet nog dat ik naast mijn vader in een rode, pluchen stoel zat. We keken The Lion King in de City, wat toen nog na Tuschinski de grootste bioscoop van Amsterdam was. Als ik nu terugdenk aan alle keren dat hij mij en mijn broers meenam naar de film, kan ik me niet anders herinneren dan dat hij op een gegeven moment in slaap viel. Zijn hoofd knikte en zijn kin zakte tegen zijn borst. Op zijn schoot lag zijn hoed met daarop zijn hand. Hij snurkte, maar dat hoorde je alleen als het bij een rustig stuk in de film was.
In de City werd ik ingeleid in de gevaren van het kwaad, zoals die met de hulp van Disney belichaamd werden door Scar, de kwade broer van Mufasa,de oom van de kleine Simba. Scar, vertoornd en vol van nijd als hij was omdat het koningschap zijn oudere broer te beurt viel, smeedde een plan om de troon te stelen. Het plan is me inmiddels ontglipt, maar het was erg gemeen dat weet ik nog.
Jaren later zou ik op school leren over een ander broederpaar, Kain en Abel. Bij die twee broers, wier gram ging om het aanzien in de ogen hunner vader, kwam het uiteindelijk tot een moord. Zo ver is het bij ons thuis nooit gekomen. Wij trokken elkaar weliswaar de haren uit, wij krabden elkaar (getuige het litteken dat ik onder mijn snor verberg) en we deelden, zoals broers dat doen, klappen uit, maar moord dat ging te ver. Moord was voor boeven, het was iets uit films en verhalen dat voorbij de grens lag van wat in onze wereld paste. Moord hoorde thuis in de wereld van ‘het kwaad’.
Dit kwaad nu, herkende ik in Scar, hij slijmde, smeerde stroop om de mond, hij was een huichelachtige gluiperd belust op macht. Om die in handen te krijgen was hij tot alles in staat, zelfs het vermoorden van de onschuldig Simba. De verleiding die hij voor zijn neefje vormde, was dezelfde verleiding die het Christendom aan de duivel had uitbesteed. De rol van de duivel was het net zoals het die voor Scar was om de slechterik te spelen.
Tijdens mijn studie filosofie, jaren later, leerde ik hoe Plato het Ware, het Goede en het Schone tot eenheid smeedde. Die drieledige eenheid houdt Plato ons nog steeds voor als enige koning waar wij macht aan verschuldigd zijn. In de Disney-film zijn Plato’s drie speerpunten verenigd in Mufasa en Simba. Zij eren de waarheid, ze zien er goed uit (gezonde vacht, mooie manen), en ze hebben vooral het goede voor met hun koninkrijk zoals het een wijze koning betaamt. Scar is de tegenpool. Hij is het verwerpelijkste wat Plato zich voor kan stellen, kruiperig en laag-bij-de-gronds weet hij de antitheses van Plato’s filosofie in zich te verenigen: hij liegt, is lelijk en gemeen.
—
Mathijs Gomperts (1988) is zondagblogger voor Tirade en zal zich buigen over de esthetica. Gomperts debuteerde in januari met zijn dichtbundel Zes. Onlangs werd bekend gemaakt dat de bundel genomineerd is voor de C. Buddingh’-prijs. Naast dichter is is Gomperts filosoof en worstelaar. Op 7 april is hij (in de hoedanigheid van dichter) ook te bewonderen tijdens de feestelijke Tirade-avond in de OBA!
[foto: Rosa van Ederen]