Het boek dat (niet) zal komen

Af en toe krijg ik de vraag wanneer ik mijn eerste boek denk te publiceren. Toen ik nog student was werd me die vraag nog veel vaker gesteld dan nu – zeker in kringen van de Neerlandistiek. Blijkbaar gaat men ervan uit dat de literair geïnteresseerde medemens er eigenlijk op uit is zelf Auteur te worden.

Deze vraag hangt samen met misverstanden rondom schrijven/lezen/redigeren/uitgeven. Ik werk bij een uitgeverij, en soms – vraag me niet waarom – wordt dat heel uiteenlopend geïnterpreteerd: drukkerijmedewerker, 24-uurs informatievoorziener, data-analist (bij de AIVD) en, jawel, schrijver. Nu antwoord ik weleens dat het mijn werk is ‘om boeken te maken’, maar dat betekent nog niet dat ik ze zelf schrijf.

Maar zou ik dat niet liever willen? De antwoorden op die vraag worden vaak door de stellers voorgekauwd. Bijvoorbeeld dat het een comfortabele positie is ‘aan de andere kant van de tafel’ – dat vind ik ook – en dat ik daardoor niet in de openbaarheid hoeft te treden. Of: ‘Het zou het redacteursschap toch een beetje downgraden…’ hoorde ik iemand zeggen. Voorheen had ik geantwoord met: als toch, dan mits pseudoniem. ‘Ach dat valt wel, die twee zaken kun je best gescheiden houden,’ zei ik.

Er zijn meer redenen om het niet te doen. Ik heb vanuit mijn comfortabele bureaustoel vaak genoeg getuige mogen zijn om te weten wat een ongelooflijke inspanning het is een boek af te leveren. En dan is het vaak nóg onduidelijk of het goed genoeg wordt bevonden. Ken uzelve: als het geen duidelijk eindpunt heeft haak ik (waarschijnlijk) tussentijds af. En voor je het weet ben je dan ineens een schrijver van een zowel beklagens- als bewonderenswaardige categorie: de Auteur Zonder Boek.

De AZB verdient medelijden omdat diegene zelf vaak niets aan deze dubieuze status kan doen. Er zijn voorbeelden van AZB’s wier boek zo lang aangekondigd staat/heeft gestaan dat het zielig wordt. Bewondering is er voor hen die zich aan deze status weten te ontworstelen, soms na jaren. Dan komt dat debuut er hoe dan ook, dat zie je van verre aankomen, gewoon zonder zieligdoenerij. Mocht het zover komen – niets is uitgesloten -, ik zou zwelgen in de AZB-status.

Ik kende iemand die bij alles, wat dan ook, als kritiek aanvoerde: ‘Maar hij/zij/jij zégt helemaal niets!’ Dat klopt, ik houd mijn mond maar over het boek dat (niet) zal komen, voordat ik iets niet/wel waar zou kunnen maken. Maar daar kan ik verder niets over zeggen, of ik moet je doodschieten. Ik blijf tenslotte toch een data-analist bij de AIVD.

 

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds twee jaar blogt hij wekelijks voor tirade.nu. Hij ziet er overigens anders uit dan hij eruitziet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Marko van der Wal

Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds enkele jaren blogt hij (onregelmatig) voor tirade.nu.