Een van mijn beste vriendinnen is wijs. Niet gewoon slim (hoewel ze aan het promoveren is op kankercellen en ontwikkelingsbiologie) maar écht wijs. Ze komt uit Iran, misschien heeft dat er iets mee te maken. Het bijzondere aan wijze mensen is dat het lijkt alsof ze helderziend zijn; door hun intuïtieve intelligentie begrijpen ze dingen eerder dan wij normale stervelingen. Zo ook mijn vriendin. Als een mysterieus Perzisch orakel reageert ze met mythische uitspraken op wat ik haar vertel. Ze draait krulletjes in haar donkere haren en haar ogen fonkelen ondeugend. Zij weet wat komen gaat. Soms duurt het weken, maanden voor mijn werkelijkheid die van haar heeft bijgebeend en ik eindelijk snap waar ze op doelde.
Toen ze nog studeerde had deze vriendin een bijbaantje bij de kaasafdeling van een supermarkt. Ik vond het vreemd dat ze geen uitdagender werk zocht, maar zij vond het leuk daar. Ze vertelde me dat ze probeerde om elke dag een klant een compliment te geven. Het zou bijna tien jaar duren voor ik begreep dat dit meer was dan een grappig idee.
Afgelopen jaar deed ik mee aan een aantal kunstwerken van Tino Sehgal in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Tino noemt zijn werk ‘situaties’ en maakt altijd gebruik van mensen die deze situaties uitvoeren, of zoals hij zegt: interpreteren. In This Situation (2009) wat we de maand september uitvoerden, was ik een van de zes ‘interpreters’. We bewogen langzaam door een ruimte alsof we een winterslaap deden, maar spraken in normaal tempo over onderwerpen als economie, ongelijkheid, kunst, internet, films, onze families, buitenaardse wezens, feminisme, Nederlandse vensterbanken… Eigenlijk over alles. Elke museumbezoeker die de ruimte binnenkwam werd begroet. Sommigen liepen na vijf minuten weer weg, anderen bleven uren zitten en deden mee aan het gesprek. Een van de geheime opdrachten van Tino was dat je af en toe een bezoeker een persoonlijk compliment mocht geven. Daarmee werd de discussie even onderbroken en sloeg de sfeer om van bijwijlen hoogdravend intellectueel naar plots intiem en gevoelig.
Die complimenten waren fantastisch. Soms zat ik een half uur naar een bezoeker te kijken, op zoek naar dat ene compliment. Het mocht namelijk niet zomaar iets zijn, je moest het onderbouwen. Daarmee gaf je tegelijkertijd iets van jezelf bloot. Indirect vertelde ik iets over mijn waarden. Ik zei een blond tienermeisje dat ik de manier waarop ze keek zo mooi vond, omdat er zoveel aandacht uit sprak. Het was alsof ze alles wat iedereen zei heel gretig in zich opnam en daar niet genoeg van kon krijgen. Een vrouw van middelbare leeftijd complimenteerde ik omdat al haar kleren precies dezelfde toon hadden die perfect paste bij haar huid en haar opgestoken haren. Als ik door mijn wimpers naar haar keek vloeiden die tonen in elkaar over. Een oudere man prees ik om zijn gouden bril. Het montuur had een bijzondere vorm die zijn wenkbrauwen accentueerde. Ik zei dat ik ook een bril had maar die amper droeg en dat ik me nu pas realiseerde dat een bril ook een sieraad kan zijn. Blozend antwoordde de man dat zijn pas overleden vrouw het montuur had uitgezocht en dat hij de bril nog geen dag niet had gedragen.
De eerste keer dat ik buiten het museum zo’n compliment gaf, was eind september. Ik stond bij de glasbak en een meisje met heel lang, glanzend haar liep voorbij. Het compliment ontsnapte me voor ik er erg in had. Ze keek lachend om, bedankte me, en liep verder. Verbeeldde ik het me of stond haar rug iets rechter? Het was alsof ik iemand een cadeautje had gegeven, niet alleen het meisje maar ook ikzelf voelde me een beetje beter.
Sinds die ervaring probeer ik er een gewoonte van te maken. Vreemden complimenteren; op straat, in de supermarkt, op de pont of in de trein. Het is alsof we even heel dichtbij elkaar staan, om daarna ieder onze eigen weg te gaan. Je zou misschien denken dat het ongemakkelijk is, maar mensen zijn eigenlijk altijd blij met een compliment. Zelf word ik er ook vrolijk van, omdat ik op een andere manier naar mijn omgeving kijk. Nu ik dagelijks op zoek ben naar complimenten om weg te geven, vind ik mijn buurtbewoners veel interessanter en vriendelijker dan toen ik net in deze volkswijk kwam wonen en ik me niet echt thuis voelde. Dat had mijn wijze vriendin natuurlijk allang begrepen.
___________________________
Maartje studeerde aan de Rietveldacademie en behaalde haar Master in Design aan het Sandberginstituut. Ze werkt als freelance schrijver en redacteur van het online tijdschrift hard//hoofd en geeft les aan de Gerrit Rietveld Academie en op ArtEZ (Arnhem). Haar dichtbundel Als je een meisje bent is recent verschenen bij uitgeverij De Harmonie.