In Nederland leek het niet voor me weggelegd, maar in het land van de onbegrensde mogelijkheden is het me uiteindelijk toch gelukt: bijna 25 jaar na mijn achttiende verjaardag heb ik mijn rijbewijs gehaald.
Ik reed af in een geleende Nissan Centra 1.6S van mijn Indiase vriendin Shilpi, compleet met een ergonomische kralenmat over de bestuurdersstoel, want Indiërs zijn doordesemd van yoga, ook in de auto. Om zweethandjes te vermijden, was het stuur provisorisch gestoffeerd met stug, grijs isolatiemateriaal dat doorgaans gebruikt wordt om waterleidingen te beschermen tegen de vrieskou. Aan de achteruitkijkspiegel bungelde een miniatuur-Shiva – de Hindoegod van de vernietiging – in een meditatief ritme heen en weer.
De route naar een rijbewijs verschilt in de VS nauwelijks van die in Nederland, behalve dat je in Amerika geen enkele les hoeft te nemen. Met alleen een theoriediploma mag je al de weg op, mits een volwassene met een geldig rijbewijs naast je zit. Shilpi is precies half zo oud als ik, dus oefende ik met haar een middagje op het binnenplaatsje achter haar studentenflat.
Een ander verschil is dat iedereen in een automaat rijdt. Gelukkig maar, want een koppeling en een versnellingspook kan ik er echt niet bij hebben: veel te veel afzonderlijke handelingen met al mijn handen en voeten. Dat brak me vroeger met drummen ook al op, ondanks mijn aangeboren ritmegevoel.
Omdat rijden in de grote stad lastiger is dan op het platteland, had ik me van tevoren ingeschreven voor het rijexamen in Pflugerville, een comateuze randgemeente op ongeveer een half uur rijden van Austin. Onderweg naar het Texas Department of Public Safety, het Amerikaanse CBR, pikte ik op de valreep nog even wat nuttige weetjes op, zoals het feit dat de kilometerteller in Amerikaanse auto’s wordt uitgedrukt in mijlen. Achteraf logisch; ik vond 120 bij nader inzien wel érg hard gaan.
Op het terrein van het TxDPS was een parcours aangelegd waarop ik achtereenvolgens een eindje achteruit moest rijden, stoppen voor rood licht en achteruit inparkeren. Normaal gesproken draai ik mijn hand daar niet voor om, ware het niet dat er intussen een wolkbreuk van oud-testamentaire proporties was losgebarsten. De stoeprand was alleen nog te zien wanneer ik het raampje naast de examinatrice helemaal opendraaide. Gelukkig nam ze het heel sportief op.
‘Don’t mind me’, zei ze terwijl ze haar capuchon onder haar kin dichtknoopte. ‘Safety first.’
Voor de vorm reden we stapvoets nog een rondje om het gebouw, waarna de examinatrice (ik noemde haar inmiddels Sandy) wat vinkjes op een formulier zette, me nog eens ernstig in de ogen keek en me complimenteerde met mijn beheerste rijgedrag: in een recordtijd was ik geslaagd, hoewel ik geen moment boven de 20 mijl per uur was gekomen.
In Amerika ben ik eindelijk volwaardig volwassen geworden. Met mijn rijbewijs op zak ligt de hele wereld aan mijn voeten, ook buiten de slagbomen van het afrijterrein. Ik kan niet wachten tot ik voor het echie de snelweg op mag…