Ik was eigenlijk gekomen voor de paarden. Twee paarden en drie zwanen in een weiland langs een snelweg in de spits. Aan de andere kant van het weiland een sloot met daarachter nog meer weiland en een kleine boomgaard waar de laatste appels rond de bomen lagen. Aan de overkant van de snelweg hoge gebouwen waar geneeskunde en wetenschap werden bedreven en een parkeergarage van tien verdiepingen. En de paarden maar grazen alsof het allemaal niks te betekenen had. Het leek me een meesterlijk plot voor een film.
Maar het schaap dacht daar anders over. Terwijl ik mijn camera installeerde en de paarden in de verte ongeïnteresseerd hun gras graasden, kwam het schaap om aandacht vragen.
‘Een typische ram,’ zou de man die geloofde in horoscopen later zeggen. ‘Net als jij.’
De ram kwam naar het hek. De ram stak zijn snuit tussen de planken van het hek. De ram zetten zijn poten op de tweede plank en richtte zich op, zodat zijn kop hoog boven het hek uitstak. De ram riep ‘Bèh’. Of ‘Meeuuh’. En nog een keer ‘bèh’ of ‘meeuuh’.
Ik aaide de ram over zijn vettige wollen kop. Ik bestudeerde zijn ogen, starend blauw met een smalle horizontale pupilspleet. Ik wist dat hij me zag, maar zo voelde het niet. Misschien zijn paarden daarom aantrekkelijker voor mensen, omdat hun ogen je meer het idee geven dat ze contact met je maken.
Ondertussen hadden de paarden lucht gekregen van de menselijke aandacht en kwamen ze hun portie halen. Ik aaide de paarden. Het schaap droop af, het kende zijn plaats.
Een paar minuten later kreeg ik gezelschap van een zwijgende groep jonge vrouwen. Op mijn vraag of ze expres niets zeiden, hielden ze hun vinger voor hun mond, ze deden het expres. De zwijgende vrouwen begonnen te aaien. Ze waren er beter in dan ik, dus droop ik af naar mijn camera en filmde de aaiende vrouwen.
Dat was het teken voor de ram om in actie te komen. Hij ging naast de sloot staan, links van de paarden, in een geweldige voor zichzelf sprekende pose, net zo lang tot ik besloot de camera op hem te richten. Hij bleef staan. Hij bleef staan. Hij bleef staan en keek naar me. Daarna kwam hij op me af en begon zijn kop weer door het hek te duwen. De boodschap was duidelijk. Weg met die camera. Geef me aandacht die je aan kan raken. Ik stopte de opname, zette de camera aan de kant en gehoorzaamde.
Mijn hand rook nog de hele dag naar ram.
Dit was het laatste blog van Gerda Blees. De redactie is haar dankbaar voor haar zondagsbijdragen in november en hoopt snel van haar te lezen.