Michael

Het eerste wat opvalt als je over Guadelupe Street in Austin loopt, is het schrikbarende aantal daklozen. Veel van hen zijn oorlogsveteranen. Dat weet ik, omdat ze daarmee adverteren op scheef afgescheurde stukken karton. Een half jaar geleden ben ik begonnen die veteranen te fotograferen om er later een boekje van te maken. Wie meedoet, krijgt vijf dollar.

Ik doe het voor het goede doel, maar of zo’n boekje ooit lekker gaat verkopen, betwijfel ik. Dakloze veteranen – vooral uit Vietnam, Irak en Afghanistan – worden met opzichtige inspanning genegeerd. Voorbijgangers versnellen hun pas en doen hun uiterste best om ineens heel druk in gesprek te lijken, aan de telefoon of met elkaar. Alles om maar niet herinnerd te worden aan die beschamende oorlogen, want Amerikanen kunnen slecht tegen hun verlies.

De veteranen onderscheiden zich van andere daklozen door hun discipline en properheid. Waar de gemiddelde zwerver blootsvoets, met aangekoekte haarklonten en een luizenbaard letterlijk in de goot ligt te lallen, staan zij elke dag opnieuw fris geschoren en gekleed in een schoon T-shirt kaarsrecht te bedelen in de Texaanse zon.

Mijn favoriet is Michael, een 65-jarige tandeloze Vietnamveteraan met vervaagde tatoeages van the Marine Corps op zijn verschrompelde biceps. Hij slaapt op de veranda van de gitaarwinkel naast ons appartementencomplex, omdat die overdekt is en omdat er een tuinslang op het buitenkraantje is aangesloten, zodat hij kan douchen. De naam Arjen kan hij niet uitspreken, dus noemt hij me Bob.

Michael noemt iedereen Bob, behalve de politie. Die noemt hij the Jacksons.

Af en toe, aan het eind van de middag, als de gitaarwinkel gesloten is en Michael zijn spulletjes – grondzeil, radiootje, stuiverroman, bowie knife en slaapzak – uitstalt op de veranda, kom ik even buurten. We kletsen wat, roken Marlboro’s waar hij eerst de filter van afhaalt, en drinken blikjes Lone Star bier in bruinpapieren zakken.

Afgelopen zomer is hij per Greyhound op bezoek geweest bij zijn familie in Nebraska. Daar bleek hij drie kleinzoons te hebben. Ik krijg een verfrommelde foto in mijn handen gestopt waarop hij wordt doodgeknuffeld door drie mini-Bobjes en een hele trits achterneefjes en -nichtjes.

They fuck like rabbits up there’, mompelt hij met tranen in zijn ogen.

Klokslag zes uur maakt Michael zijn diner klaar: hij opent een familiezak Spicy Puffcorn (vergelijkbaar met Nibb-its) en verkruimelt daarin twee dikke plakken voorverpakte cheddarkaas. Terwijl hij de zak met zijn ene hand dicht houdt, vijzelt hij het mengsel met zijn andere hand fijn. De gesloten zak laat hij een minuut of tien in de zon sudderen. Wanneer hij het folie daarna voorzichtig in de lengte opensnijdt, openbaart zich een deegachtige, roodgele substantie.

‘Wil je ook wat?’ vraagt hij terwijl hij een zweterige homp aan zijn dolk prikt en naar me uitsteekt. ‘Damn tasty!

Ik durf niet te weigeren. Gastvrijheid is een groot goed in het zuiden van Amerika, zelfs voor wie geen eigen huis heeft. Gelukkig is kauwen overbodig, dus slik ik het in één keer door en gorgel uitgebreid na met lauw bier.

Zodra de mond van Michael te veel begint te lijken op een open kaaswond, is het tijd om weer te vertrekken. Zoals altijd staat hij voor me op en salueert met de rechterhand stram aan de slaap. ‘See you around, Bob, I’m always home.’ En zoals altijd loop ik weg in de tegenovergestelde richting van waaruit ik eerder aankwam, want hoewel we buren zijn, ben ik als de dood dat hij ontdekt waar ik precies woon.


Arjen van Lith is freelance journalist en schrijver. De meeste maanden van het jaar woont hij in Austin (Texas), waar hij werkt aan een bundeling van de brieven die hij ooit aan zijn kapper schreef, en aan een roman over zijn opgroeien in dorpsmetropool Krommenie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Arjen van Lith

Arjen van Lith (1971) is journalist, schrijver en kunstenaar. Sinds acht jaar woont hij in de Verenigde Staten, eerst in Austin en nu in Pittsburgh, waar hij werkt aan zijn sleutelroman en andere projecten