Dwepen met de banjo

In het eerste seizoen van Orange is the new black ligt Alex Vause, drugssmokkelaarster en ex-vriendin van hoofdpersoon Piper Chapman, ziek op bed als Piper bij haar langskomt. Wat volgt is zo’n typisch tv-gesprekje dat nergens over lijkt te gaan maar intussen van alles betekent.

Alex zegt: ‘I’m plotting my revenge on that redneck fucking Deliverance-extra. If you want in.’

Piper lacht heel kort. In haar zuinig opgetrokken mondhoek ligt hun hele geschiedenis. ‘Maybe,’ zegt ze. Onderhuids gespannen kabbelt het gesprek voort.

Normaal sta ik te juichen bij iedere Deliverance-referentie die ik tegenkom – ik ben er inderdaad zo een die dweept met de scène met de banjo, die zich hardop afvraagt waarom de film nooit wordt genoemd in discussies over mannenvriendschap, ik dweep er zo mee dat ik in dit stuk niet eens uitleg waar Deliverance over gaat.

‘We hebben het hier over een scènetype waarbij we ertoe aangezet worden om, min of meer systematisch, het hoofd, het bewustzijn, de emotionele huishouding van een personage in te bewegen,’ zegt Willem Jan Otten in De beweging het personage in.

Otten beschrijft in zijn essay het moment waarop de afstand tussen lezer (of kijker) en de fictie die hij tot zich neemt, vervalt: de toeschouwer waant zich in de fictie, hij leeft zo intens mee dat hij meent te zien wat het personage ziet. ‘Dat we deze beweging het personage in kunnen maken, is in mijn ogen een even groot wonder als dat we elkaar verhalen kunnen vertellen,’ stelt Otten.

Het is inderdaad een wonder hoe we soms kunnen gaan houden van iemand die alleen op papier bestaat, op tv of in ons hoofd. Hoe werkt zoiets – en werkt het in Orange is the new black? Bewegen we tijdens het gesprekje Alex in, grofgebekt en snotverkouden, of Piper, die zich stoerder voordoet dan ze is? Versnelt het Deliverance-grapje dat proces?

Het heeft iets vreemds om fictieve personages te horen praten over een echte film, echte fictie dus. Deze gevangenen hebben, naast een ingewikkelde geschiedenis met elkaar, beiden een heel specifieke film uit de jaren zeventig in hun referentiekader. Dat zegt iets over wie ze zijn en waar ze vandaan komen. Zijn Alex en Piper halve intellectuelen of halve hipsters? Is dat de vraag die de kijker zichzelf moet stellen van de schrijver, precies op dit moment?

Het is alsof de fictie van de één wordt vergroot door het noemen van de ander – zoals een kind dat klikt onsympathieker wordt dan het kind waarover het klikt.

Orange is the new black verhaalt over een afgesloten fictieve wereld. Om daarin mee te gaan, blijk ik beperkt in staat fictie uit mijn echte wereld te kunnen toevoegen. In plaats van dat de herkenning verbindt (‘ha, Deliverance, cool’) vergroot Alex’ grapje de afstand.

Maar de serie doet niets nieuws. In romans wordt naar romans verwezen – en naar legendes, naar mythes, sagen en Facebook en echte gebeurtenissen, naar liedjes van Celine Dion. In series wordt rustig naar andere series verwezen, naar films en boeken en recepten van Jamie Oliver. Niemand stoort zich aan de vele Godfather-verwijzingen in The Sopranos. Het klopt. Natúúrlijk is Tony helemaal gek van die trilogie, het ligt in lijn met zijn karakter.

Op de website van The Huffington Post heeft iemand alle popculturele referenties uit het tweede seizoen van Orange is the new black bijgehouden, ik bleef nergens bij haken. Maar of Deliverance in lijn ligt met het karakter van Alex of Piper betwijfel ik.

Misschien maak ik een tegenovergestelde beweging en ga ik niet het personage maar de schrijver in, die graag wil laten weten dat hij een zeer specifieke film uit de jaren zeventig kent. Ik herken iets (een mede-dweper) en meteen neem ik afstand. Ik beweeg het personage uit.

Als ik mezelf wil herkennen, dan graag op een onschadelijke manier.

Als je Deliverance wilt noemen, doe het dan goed.

 

_______________________________________________

img_0970Marijn Sikken studeerde aan de Schrijversvakschool te Amsterdam. In 2011 won zij zowel de jury- als de publieksprijs bij Write Now! Marijn is columnist voor CLEEFT.nl en publiceerde o.a. korte verhalen in De Titaan, De Optimist en Passionate Platform. In juli elke zondag op Tirade.nu.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *