M.

OLYMPUS DIGITAL CAMERAVanachter het glas zie ik hoe zij buiten met de buschauffeur praat, ze draagt een mannenhoed. Ik bewonder vrouwen bij wie een mannenhoed goed staat, graag zou ik zelf zo’n vrouw zijn. Ze kiest een plaats naast mij en we praten zoals vreemden dat doen. De hitte zal gelukkig niet zo lang meer duren, zegt ze. Als ik vraag tot wanneer dan, noemt zij een maand waarin ik hier al lang weer weg zal zijn.

Waar ik slaap, vraagt ze, en ik noem de naam van een motel in M.

Ze haat die stad, zegt ze.

‘Mijn vader is daar vermoord.’

De route naar haar werk loopt langs de plek waar het gebeurde, elke dag komt ze er langs.

De heuvels hier zijn kaal en droog en uitgestrekt; stenen steken als littekens omhoog. Eenmaal in M. krioelen alle stoepen van de zwarte torren, die haastig wegrennen als ik mijn blote voeten neerzet.

Wytske Versteeg schreef Dit is geen Dakloze, De Wezenlozen en Boy. Dit najaar verschijnt haar 3e roman, Quarantaine.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *