De Groene Amsterdammer had eens een reclamefilm, die onder andere in de bioscopen te zien was. Een man met een enorme bril en mocassins zonder sokken drinkt een espresso in een grootstedelijke koffiebar. Ecce homo. Jazzmuziek. Hij kijkt wat verweesd uit zijn ogen. Er mist iets: een onderwerp.
Ik ben die man, althans op het moment. De zin en noodzaak om elke week een blog te schrijven voor deze site is een beetje aan het afvlakken – zoals dat gaat, zeg maar. Zelfs een degelijk tijdschrift brengt mij even niet op het spoor van iets interessants. Komt vast wel weer, maar nu even niet.
Kijk, volgens mij kan ik maar beter geen stukkie tikken als ik toch niets te melden heb. Als ik de lezers er immers toch geen dienst mee bewijs kan ik maar beter zwijgen. Mijn blog van twee weken terug is een goed voorbeeld, daarin vertel ik werkelijk niets. De vertalingen van een stukje Beckett op een rijtje zijn op zichzelf, als ik er verder niets over vertel, helemaal niet boeiend. Een week eerder, in de paastijd, schreef ik over de Johannes Passion van Bach. Helaas voordat ik het boekje Zijn bliksem, zijn donder van Martin van Amerongen had gelezen, dat mij weer op andere ideeën bracht.*
Toch zit er nog van alles in het vat. Er moet nog eens een vette aanklacht tegen Maarten van Rossem en zijn blaadje geschreven worden.** Er zit nog wel wat in mijn pen over homerische vergelijkingen in levend gebruik, over de directe relatie tussen Pindarus en het Holland Heineken House. Een smerig stukje tegen de drukte in het Rijks en het onmetelijke ego van de museumdirecteur. Ik moet ook nog pianospelen, mijn zomers nog tellen en mijn winters nog sneeuwen. Ik vergeet bijna dat stuk in wording over Parijs 7 januari 2015. En dan heb ik het nog niet gehad over al het leesvoer nog heel veel bij mij teweeg gaat brengen. Al was het maar omdat er thuis stapels boeken wachten – ik kijk er letterlijk tegenaan. Onder meer: Hans Boland – De zachte held, Stephan Enter – Compassie, (meer) Tolstoj, (minder) Dostojevski, Pierre Bergounioux etc. etc.
Een onderwerp zal mij wel vinden, daar ben ik van overtuigd. Tot die tijd houd ik me maar bezig met andere dingen.
* En diens pamfletteske Rook doet leven, maar over literatuur en roken schreef ik al een keer.
** En wel helemaal na dat ongelooflijke kutstuk over Ronald Havenaars Babyboomboek.
Marko van der Wal (1989) is opgeleid als classicus, redacteur van Tirade en werkt bij Uitgeverij Van Oorschot. Sinds twee jaar blogt hij wekelijks voor tirade.nu. Hij ziet er overigens anders uit dan hij eruitziet.