‘Mijn vader was een ex-zeeman met een hernia die hem aan wal hield. Hij was op zijn zeventiende uit Paramaribo vertrokken en was de wereld meerdere keren rondgevaren tot zijn rug niet meer verder kon. Toen had Ben zich in de stad gevestigd waar hij verliefd op was geworden. Daar leerde hij mijn moeder kennen en niet lang daarna woonden we met zijn drieën in een piepklein huisje in Rotterdam-West.
Hoewel zijn werkende leven erop zat en zijn reislust compleet was verdwenen (verder dan het café en de coffeeshop kwam hij zelden en als we op vakantie gingen was hij de eerste die na een paar dagen klaagde dat hij wel weer naar z’n eigen bed verlangde) had Ben voldoening gevonden in zijn nieuwe routine. Hij vulde zijn dagen met het uitspellen van de krant, de niet aflatende jacht op verdwaalde kattenharen met zijn stofzuiger, zijn enorme verzameling platen en cassettebandjes, en bovenal: mijn opvoeding.’ Daphne Huisden, Tirade 458.
Inmiddels weten we dat de inspanningen van Ben, onder meer, hebben geresulteerd in het schrijverschap van Huisden.
Daphne Huisden (1988) studeerde een blauwe maandag filosofie in Leiden. In 2010 verscheen haar ‘ijzersterke debuutroman’ (Arjan Peters, VK) Alles is altijd fictie die werd genomineerd voor de Academia Literatuurprijs. In 2013 verscheen Huisdens tweede boek Dit blijft tussen ons, genomineerd voor de Halewijnprijs. Naast deze romans publiceerde Huisden kort proza in, onder meer, Tirade, Das Mag en De Volkskrant en schreef ze bijdragen voor Crossing Border, The Chronicles. Daphne Huisden woont in Rotterdam en werkt daar aan haar derde roman.
Zondag drie mei plaatsen we Daphne’s Eerste Zondagse Gastblog. Nu verheugen we ons eerst nog op de vierde bijdrage van onze huidige Zondagse Gastblogger: Roelof ten Napel.
Tirade – regeren, vooruitzien.
Auteursportret Daphne Huisden: Salih Kilic.