In het bakstenen gebouwtje van Martins Minimarket stal Frank kauwgom voor zichzelf en een Snickers voor mij, terwijl ik met knikkende knieën op de uitkijk stond naast het krantenrek. Bij het afrekenen van zijn andere boodschappen glimlachte hij naar Martin, die al een leven achter de kassa stond en toch ook niet gek kon zijn, maar de oude man gooide mijn haar in de war en bood ons lolly’s aan.
‘Nee dank u,’ zei Frank. ‘Mijn moeder wil niet dat ik snoep.’
‘Heel verstandig.’ Ook mijn lolly werd ingetrokken. ‘Doe je haar de groeten?’
Franks blik verhardde, maar zijn glimlach bleef. ‘Zeker, meneer.’
‘Zeg toch Martin tegen me.’ Terwijl hij omhoogreikte om de pot lolly’s terug in de kast te zetten, was het elastiek van zijn witte onderbroek te zien. Ik keek weg, voorbij het einde van de toonbank, waar achter een halfopen harmonicadeur de doorgezakte stretcher stond waarop Martin zijn uiltjes knapte.
Met een knikje schoof hij de ingepakte boodschappen naar Frank toe, die zijn armen om de tas sloeg en ermee naar buiten liep. Midden voor de ingang – de tas tussen zijn benen geklemd – verdeelde hij de buit.
‘Goed werk,’ zei Frank. ‘Nu weet ik dat ik je kan vertrouwen.’
Hij liet de tas staan, pakte mijn fiets en begon ermee te lopen. Zonder na te denken tilde ik de boodschappen van de grond en volgde hem. Een tot op dat moment ongebruikt deel van mijn hersenen leek in Martins winkel te zijn ontwaakt, een oeroud en vergeten noodsysteem dat ervoor zorgde dat ik Frank Johnsten altijd in mijn zicht zou willen houden.
Al na een paar dagen kon zijn afwezigheid me het gevoel geven stuurloos te zijn, een kleine astronaut die van zijn capsule wegdrijft in een dode hoek van het heelal.
Gilles van der Loo (Breda, 1973) is redacteur van Tirade. Sinds 2010 publiceerde hij online en in diverse bladen. Van zijn hand verschenen bij Uitgeverij Van Oorschot in 2011 de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en in 2013 de roman Het laatste kind.