Ik smste je omdat jij de grap wel zou begrijpen.
Omdat ik M zag, en niemand anders haar hier kent.
Het was al vroeg, ik ging naar huis,
de wolken roze-oranje,
de zon achter het station, ik smste je.
Ik sms je nu.
Ik weet welke berichten in mijn oude telefoon
van jou zijn,
kende je nog uit de tijd
dat mensen nummers waren.
Straks krijgt iemand anders jouw getallen, hij zal
gaan praten, schrijven, leven.
Ik blijf berichten sturen.
Zeker saai, daar?
Kom met je echte vrienden feesten.
Wie is dit?
zal hij me schrijven.
Herken je nummer niet.
Het kan niet anders of
hij gaat mijn tekstjes grappig vinden.
Misschien wordt hij benieuwd naar wie ze schrijft.
Gozer, zal hij sturen.
Onbekend
is geen belemmering voor bier.
Breed zal ik grijnzen voor ik terugstuur:
Eindelijk, daar ben je weer.