Eind vorige maand, toen bekend werd dat Tirade voortaan subsidieloos verder moet, schreef Christiaan Weijts in NRC Next een pleidooi voor het papieren literaire tijdschrift: ‘Het atelier waar de inkt nog nat is’. In dit stuk, waarin hij ook schrijft over zijn eigen ervaringen als beginnend schrijver met literaire tijdschriften, stelt hij onder meer:
‘Het literaire tijdschrift stelt een norm. Het is niet populair om te zeggen, maar in een wildgroei van online geschrijf, getwitter en doe-het-zelf-gepubliceer zijn er autoriteiten nodig om potentie van pulp te scheiden. Die taak van het tijdschrift is met de digitale ontwikkelingen alleen maar toegenomen. Nu elke gek een blog kan beginnen, is er des te meer behoefte aan kwaliteitseisen, filters, maatstaven.’
En even verderop: ‘Literaire tijdschriften zijn knooppunten van schrijvers, dichters, redacteuren, geldschieters, uitgevers, vertalers, recensenten, filosofen en absolute malloten. Ze vormen het bindweefsel tussen alle vitale organen van de literatuur.’
Lees hier zijn hele stuk.
Christiaan Weijts is medewerker van Tirade (hij leverde onder meer een essay aan het ‘pornonummer’). In het aankomende nummer wordt zijn roman Euforie gerecenseerd door Carel Peeters.