Het was de zomer van 2012 en je was net oud genoeg om in het fietsstoeltje te mogen.
De regel was dat je zelf rechtop moest kunnen gaan zitten, en als ik je op een heel precieze plek op het kleed legde, daar waar de bank een hoek maakte en de vloer het steilste afliep, kon je dat ook.
Op de fiets was alles anders en prachtig en nieuw en zo de moeite waard.
Handjes omhoog bij het beklimmen van bruggen en joelend de bruggen weer af.
Wijzen naar mensen en honden en auto’s en fietsen en brommers en huizen en wolken en hondendrollen en steeds maar babbelen en lachen en
volgens mij vond jij het ook heel leuk.