De bedelaars in Amsterdam gaan met hun tijd mee. In het verleden vroegen ze voorbijgangers om een euro. Dat deden ze op een toon die geen tegenspraak toeliet, alsof ze geld terugeisten dat door een misverstand in de verkeerde broekzak was terechtgekomen.
Inmiddels schijnt zelfs tot hen het besef van de crisis te zijn doorgedrongen. (Hoe? Lezen bedelaars de Financial Times?) Tegenwoordig zeggen ze bescheiden: ‘Kunt u misschien een kleinigheid missen?’
Ik geef de voorkeur aan brutale bedelaars boven onderdanige. De teloorgang van de zelfbewuste bedelaar is een verarming, de opvallendste door de crisis veroorzaakte verarming tot nog toe.
“Er zijn mensen die het een bedelaar hun leven lang verwijten dat ze hem niets hebben gegeven.” – Karl Kraus (portret van hem door Kokoschka)