In zijn weergaloze boek Flauberts papegaai schrijft Julian Barnes over de eerste epileptische aanval van de schrijver: Gustave meldt dat iedere aanval was als een soort bloeding van de zenuwactiviteit.
‘De ziel werd op een gruwelijke manier van het lichaam losgescheurd’.
Een van de vragen die de filmmaker mij stelde over herinneren was: herinner je je een moment dat je van schaamte vervulde?
Ik dacht niet na:
Ik herinner me hoe mijn vader, die toen ik een kind was minstens drie keer per week een zware epileptische aanval had, een keer bijkwam en wilde doorgaan met waar hij mee bezig was, het bakken van eieren, hoe hij naar de pan keek, het metaal streelde, toen de eieren stuksloeg, er boter op gooide, en mij daarna lachend aankeek, vragend ook, hoe ik mij toen schaamde: voor hem, voor mij, voor de situatie.