Ik hou van goeie literaire boeken, maar een boek waarin taal met iets praktisch verweven wordt maakt me helemaal blij. Het mooiste zou natuurlijk zijn een boek over timmeren of stratenmaken. Die zijn echter schaars en erg onpopulair, waarom is me onduidelijk. Kookboeken daarentegen zijn droomboeken – praktisch en soms goed geschreven – en de koningin van de kookboeken is nog altijd Wina Born.
Moderne kookboeken richten zich vaak op trendy koken: borden met gestapeld voedsel, samengesteld uit verschillende wereldkeukens. Een Franse veldsla met tandorikip erop, afgemaakt met een gepocheerd ei. Ik heb laatste met een kookworkshop meegedaan waar we (in een groep van acht, met vrienden en een paar onbekenden) spätzle, salade van rettich, gegrilde entrecôte met een jus van ansjovis moesten maken en weg moesten zien te krijgen. Het is allemaal tamelijk onzinnig.
Mijn trendy kookboeken staan smetteloos op de plank naast de pannen. Mijn boek van Wina Born, dat simpelweg Heerlijke gerechten uit de hele wereld heet, is besmeurd met allerlei kookspetters, heeft vlekken op de zijkant, heeft bladzijden die aan elkaar plakken… kortom: het is wel gebruikt. Inmiddels ken ik de meeste gerechten uit mijn hoofd, toch is mijn Wina Born-kookboek het meestgelezen boek dat ik in huis heb.
Wina Born schreef over gerechten uit andere landen en maakte in heel eenvoudige en heldere taal duidelijk hoe je die gerechten moet klaarmaken, zodat je de mensen een fatsoenlijk bord eten voor kunt zetten.
Zoals bijvoorbeeld Jambalaya, door Wina Born Creoolse rijstschotel genoemd.
Het gerecht komt uit New Orleans en is gecreëerd door Spaanse kolonisten omstreeks het jaar 1700. Het woord is afgeleid van jamón (Spaans voor ham).
Daar heeft een mens iets aan. De echte gumbo-variant van het recept, die niet veel afwijkt van de Wina Born-jambalaya, staat hier.
Eet smakelijk.
Jan van Mersbergen