Binnenkort verschijnen maar liefst twee nieuwe delen in onze wandelreeks, Van Oorschot Terloops. De grote ronde, geschreven door Thomas Rosenboom, en De 3 bestaat niet, geschreven door Gerbrand Bakker.
De grote ronde – Thomas Rosenboom
Al jarenlang maakt Thomas Rosenboom elke dag een wandeling door Amsterdam. Hij stapt de deur uit, wandelt naar het IJ, waar hij zich verwondert over de weidsheid van het water, en loopt dan, via de Prinsengracht, in een brede boog weer terug naar huis. Onderweg komt hij de vreemdste vogels tegen, zoals de naaktlezer, die geen mogelijkheid onbenut laat de argeloze voorbijganger zijn pindakaaskleurige huid te tonen, of de bellenvrouw, die met zalvende, zegenende gebaren haar zeepbellen oplaat in de drukte van de Dam. Maar hij ziet ook allerlei echte vogels, van boomklevers tot tragische meerkoeten en zwanen, terwijl de mooiste vogels van de stad zich voor hem verborgen houden – maar die denkt hij dan toch uit de vogelgids te kennen.
Rosenboom begon ooit met wandelen omdat hij niet binnen kon zitten zonder eerst buiten te zijn geweest. In zijn adembenemend zorgvuldige stijl vertelt hij hoe wandelen met Amsterdam als decor hem heeft gevormd, als mens en als schrijver.
De 3 bestaat niet – Gerbrand Bakker
Eerst vindt Gerbrand Bakker de wandeling te ver, dan te koud, een derde keer verdwaalt hij, en ten slotte komt hij erachter dat wandelroute 1, die langs zijn huis in de Eifel loopt, verdomd moeilijk te volgen is. Markeringen zijn verdwenen, bomen omgevallen, pijlen spreken elkaar tegen. Dit kan zo niet langer: Bakker besluit de route opnieuw te gaan markeren. Wat volgt is een onweerstaanbaar geestig verslag van een fervent wandelaar die gewapend met een lijmpistool en tientallen markeringsschildjes tekens aanbrengt die de toekomstige wandelaar de juiste route moeten wijzen. Onderweg vreest hij voor een moorddadige hond met de naam Happy, en maakt hij weinig meters doordat hij voortdurend stoppen moet om een oude geliefde te zoenen (die daarmee tot nieuwe geliefde wordt gekust). Hij verwondert zich om vraatzuchtige bomen en wordt begeleid door een hondje met gevoelige voetkussens.
Door Bakkers montere en laconieke stijl verandert de lezer maar al te graag in de wandelaar die de schrijver op de 1 wil volgen.