Met De vader van Artenio schetst Frida Vogels een ontroerend beeld van haar schoonvader Salvatore De Matteis, die de lezers van haar dagboeken zullen herkennen als een interessante figuur onder haar familie en vrienden.
Salvatore moest op twaalfjarige leeftijd, in 1905, wijnbouwer worden om voor het gezin de kost te verdienen. Samen met ervaren familieleden leerde hij de wijngaard in San Severo (Zuid-Italië) die hem was nagelaten te bewerken. In zijn spaarzame vrije tijd begon hij te lezen: Manzoni, Tolstoj, grote socialistische denkers als Marx, Engels, Kautsky en Luxemburg, die hem blijvend beïnvloedden. Hij bleef wijnboer, trouwde en kreeg in 1930 een zoon: Artenio, door zijn moeder Ennio genoemd. Ennio blijkt een intelligente jongen die zo briljant eindexamen deed dat het hem een studiebeurs en een gratis plaats in een Milanees studentenhuis opleverde, waar hij Frida Vogels ontmoette.
Tussen Frida en Ennio’s vader ontstaat een speciale band. Hij zei zonder omhaal van woorden wat hij dacht en zij deed hetzelfde, en zo kreeg ze verhalen te horen die zelfs zijn vrouw nog nooit had gehoord.
Frida Vogels (1930) is schrijver en vertaler. In 1994 werd haar de Libris Literatuur Prijs toegekend voor Met zijn drieën, het tweede deel van De harde kern. Het dagboek dat zij sinds lang bijhoudt verscheen in elf delen, die haar leven tot begin jaren zeventig omspannen. Zij vertaalde werk van onder anderen Primo Levi en Cesare Pavese.