Gisteren maakte ik in Toscanini een pasta allo scoglio voor muzikant Mike Del Ferro. Er waren geen andere gasten, de tafels rustten opgestapeld langs de wanden en in het midden van de grote zaal – recht voor de keuken – lonkte een zwarte vleugel.
Mike speelde en ik kookte. We hadden het over dingen maken voor anderen, over smaken uit het verleden, over contact aan tafel en in de muziek. Buiten de blik van de camera praatten we zo mogelijk meer dan op de momenten dat cameraman Thomas een batterijtje moest vervangen of een opname wilde terugkijken.
Een vriend van Mike uit Zimbabwe kwam langs en speelde Neria, een even triest als hoopvol lied in het Shona over een jonge weduwe die alles kwijt zal raken aan haar schoonfamilie na het overlijden van haar man. Dat kan, in Zimbabwe. Zelfs je kinderen gaan dan naar de familie van de overledene. Het hoopvolle in Neria is dat de zanger of verteller – in dit geval Jeremy Olivier – de weduwe laat weten dat ze niet alleen is, dat god het allemaal heeft gezien en haar niet zal verlaten. De betekenis van het nummer was al voelbaar voordat het door Olivier werd uitgelegd.
Toen de pasta klaar was, aten we. Mike zei dat hij het heerlijk vond en schepte extra op. Het album dat hij met Jeremy heeft opgenomen gaat Where the light gets in heten. Pas toen ik onze borden naar de afwas bracht, ze op spiergeheugen schoonveegde en in een van de grijze rekken plaatste, besefte ik dat die titel op barsten duidt.
‘The cracks are where the light gets in,’ zei ik even later. ‘Toch?’
Del Ferro glimlachte. ‘Precies. Maar we vonden The cracks geen goede naam voor een album.’
Ik dacht over de barsten in mijn leven. Sommige waren er opeens geweest, heel onverwacht. Andere groeiden traag, even voorspelbaar als dodelijk. Ik vroeg me af of er zonder die barsten even veel licht zou zijn, en kwam er niet uit.
Zou een lied als Neria me zo sterk kunnen raken als ik geen barsten had? Ik dacht aan Nadim, die nog geen echte barst heeft opgelopen, maar wel enorm kan meeleven met de verhalen die ik voorlees.
Mike vertelde dat hij er op zijn reizen achter is gekomen dat een strijd om te overleven en de waardering voor muziek vaak samengaan. Hoe onzekerder het bestaan in een land, hoe groter de rol die de muziek in het leven van de burger speelt. Ik wilde weten of dat misschien met een behoefte om in de muziek te vluchten te maken kon hebben, maar Del Ferro leek dat niet zo te herkennen.
Als een zwaarder bestaan meer barsten oplevert, dacht ik pas gênant veel later, dan kan er dus meer licht naar binnen.