[Tirade december 1957]
Bericht aan de lezer
De redactie van Tirade zal in de tweede jaargang worden gevoerd door Remco Campert, J.J. Klant, Adriaan Morriën, G.A. van Oorschot en Nicolaas Wijnberg, terwijl de oud-redacteur R. Nieuwenhuys ten nauwste met de nieuwe redactie blijft samenwerken en onder meer de zo algemeen gewaardeerde rubriek der Tijdgenoten zal blijven redigeren.
De reeds eerder afgetreden redacteuren blijven tot de vaste medewerkers behoren.
De nieuwe redactie stelt zich voor in het aanstaande januarinummer een korte verklaring af te leggen over het door haar te volgen beleid.
Er kunnen thans echter reeds de volgende belangrijke mededelingen worden gedaan.
Redactie en uitgever zijn een overeenkomst aangegaan met Der Monat, Preuves en Encouter, waardoor onderlinge ruil van artikelen wordt mogelijk gemaakt en Tirade de medewerking verkrijgt van een aantal belangrijke buitenlandse schrijvers. Deze tijdschriften behoren tot de beste litterair-politieke maandbladen in West-Europa.
Behalve de rubriek der Tijdgenoten, waarin in tegenstelling tot de eerste jaargang in het vervolg ook levende personen zullen worden besproken, stelt de redactie zich voor een aantal andere vaste rubrieken in te voeren.
Behalve de reeds bestaande rubrieken ‘Boeken’, ‘Commentaren’ en ‘Theater’ krijgen we voortaan een door Leo Vroman te verzorgen ‘Brief uit Amerika’, een door S. Tas te schrijven brief uit Parijs: ‘Uit de Wandelgangen’ en een door J.J. Peereboom vervaardigde ‘Brief uit Londen’.
J. Hardy is in de tweede jaargang onze vaste medewerker voor Beeldende Kunst en zal o.m. schrijven over de volgende onderwerpen: 1. Dadaïsme. 2. Manierisme. 3. Vorm, vormwil, vormdwang. 4. Grotesk en Burlesk. 5. Deformatie en caricatuur. 6. Over het anorganische en a-humanistische der moderne kunst. 7. Interieur als manifest.
Van de verdere vaste medewerkers noemen wij:
L.Th. Lehmann welke ook in de nieuwe jaargang zijn boekbesprekingen, gedichten en beschouwingen over toneel blijf bijdragen.
Cola Debrot zal schrijven over en vertalen uit de litteratuur der Caraïbische eilandenwereld.
Charles B. Timmer zal vertalingen leveren van o.m. Isaac Babel, Pasternak, Oljesja (verhalen) en gedichten van o.a. Alexander Blok en Majakowski.
Adriaan Morriën draagt gedichten bij en vier novellen waarvan de titels luiden: 1. Salzburg in de winter. 2. Voorkeur voor het bruine ras. 3. Een bezoek aan een bordeel te Napels en 4. Foto’s uitzoeken, terwijl hij verder in een uitvoerig essay de balans zal opmaken van de experimentele beweging.
Van Remco Campert kunnen we gedichten en verhalen verwachten.
R. Nieuwenhuys schrijft over de buitengewone invloed ondanks zijn ongelijk, van Multatuli op het B.B. in Indië, benevens een essay over Van der Tuuk.
J. de Kadt zal schrijven over: 1. Heine in onze tijd. 2. De politieke kant van de Lebakzaak. 3. Een politiek-sociologische beschouwing over de onlangs in Rusland verschenen roman ‘Niet bij brood alleen’ en 4. Over de betekenis van Rosa Luxemburg voor onze tijd.
Karel van het Reve schrijft over een verscheidenheid van onderwerpen zoals de detective-roman, de kritiek van Mark Twain op Fenimore Cooper, het dansorkest The Sky-masters en het een en ander over escapisme. Wellicht alles in een enkel essay.
Ook de roman-en-verhalenschrijver Gerard Kornelis van het Reve heeft zijn vaste medewerking toegezegd.
W.J. Smit schrijft over: Newspeak in de R.K. kerk en over Ideologisch Conservatisme in Amerika.
Tot de verdere medewerkers kunnen we rekenen: A. Alberts, H.A. Gomperts, S.R. de Groot, A. Koolhaas, Josine Meyer, M. Verdaasdonk en vele anderen.
Uit België werd medewerking toegezegd door C. Bittremieux (essays en boekbesprekingen), Louis Paul Boon (verhalen), Richard Minne, terwijl Jan van Nijlen enkele gedichten en enige jeugdherinneringen zal bijdragen.
Een nieuwe vaste rubriek ‘Cryptogram’, welke anoniem zal verschijnen, zal een maandelijkse bron zijn van vermaak en ergernis.
Tirage blijft voortwerken onder de oude redactie.
Behalve Wijnberg, Van Norden, Koornstra hebben Melle, Berserik en Bierman hun medewerking toegezegd, terwijl met een aantal andere tekenaars nog wordt onderhandeld.
Het ligt in de bedoeling van beide redacties tot een nauwere samenwerking te komen en het ‘verhaal’ van de tekenaars meer te laten harmoniëren met het ‘verhaal’ van de schrijvers.
Verschillende nummers zullen geheel door één tekenaar worden verzorgd over een bepaald onderwerp.
Nico Wijnberg zal de ‘Cultuurspreiding’ en ‘De nieuwe Academie’, van Norden ‘Het Amsterdams Café’, Koornstra ‘het Boekenbal’, Melle ‘De Hormonen’, en Berserik ‘Een schetsboek uit Algiers’ behandelen.
De lezer kan uit bovenstaande opmaken, dat de volgende jaargang zeer veel interessants zal gaan bevatten.
Het bestaan van een politiek-litterair blad hangt in ons kleine taalgebied altijd aan een dunne draad en elke abonnee minder kan op een bepaald moment die draad doen breken.
De uitgever doet dus een dringend beroep op de abonnees Tirade ook de volgende jaargang trouw te blijven. Hij spoort die abonnees, welke voor de nieuwe jaargang meenden te moeten opzeggen, aan op hun besluit terug te komen.
En verder worden alle nieuwe abonnees van harte welkom geheten.
De nieuwe abonnees, worden, voor zover de voorraad strekt, in de gelegenheid gesteld de eerste jaargang tegen de gereduceerde prijs van f 12,50 te betrekken.
DE UITGEVER.