Vervolg pag. 272
during ervan en bij wijze van spreken, de eeuwigheid. Daaruit spruiten die walging, onenigheid en verachting voort en dat betekent allemaal verlies voor het nageslacht. Nauwelijks is men drie jaar getrouwd of men verwaarloost het voornaamste; samen leeft men dertig jaar in steriliteit voort. Er vindt een innerlijke scheiding plaats die even krachtig en misschien veel verderfelijker is dan een openlijke scheiding. Een elk leeft en blijft voor zichzelf leven. En dat ten nadele van toekomstige volkeren. Weldra zal een man, die genoeg heeft van een eeuwig-durende echtgenote zich aan de lichte meisjes geven. Een verwerpelijke omgang die in strijd is met de samenleving en die zonder het doel van het huwelijk te vervullen er hoogstens de vreugden van vertegenwoordigt.
Als van twee personen, die aldus verbonden zijn er een is die ongeschikt is voor het natuurlijke doel, voor de voortplanting van de soort, hetzij door temperament, hetzij door leeftijd, dan begraaft zij ook de ander en maakt haar even nutteloos als zichzelf.
Men moet zich dus niet verbazen als men bij de Christenen ziet, dat zoveel huwelijken zo weinig burgers voortbrengen. De echtscheiding is afgeschaft, de mislukte huwelijken zijn niet te herstellen.
De vrouwen gaan niet meer, zoals bij de Romeinen, achtereenvolgens door de handen van verscheiden echtgenoten, die er zolang het beste van maakten.
Ik waag de volgende bewering: indien in een republiek als Sparta, waar de onderdanen voortdurend gehinderd werden door vreemde en spitsvondige voorschriften en waar slechts één familie was, nl. de republiek, bepaald was dat de mannen elk jaar van vrouw moesten veranderen, dan zou een enorm talrijk volk het gevolg geweest zijn.
Het is vrij moeilijk om de reden te begrijpen die de Christenen ertoe gebracht heeft de echtscheiding af te schaffen. Het huwelijk is bij alle volken ter wereld een overeenkomst die alle mogelijke conventies met zich meebrengt en men heeft er slechts die bepalingen uit moeten schrappen die het doel van het huwelijk konden verzwakken. Maar de Christenen bekijken het anders. Ze hebben heel wat moeite om duidelijk te maken wat het huwelijk dan eigenlijk is. Het huwelijk is er bij hen niet voor het genot der zinnen. Integendeel, zoals ik je al zei, willen zij sensuele genietingen zoveel mogelijk uitbannen. Het huwelijk is bij hen een gelijkenis, een metafoor en iets mysterieus dat ik niet begrijp.
Parijs 1719
Rica aan Usbek
De volgende dag ging ik naar die bibliotheek terug, waarover ik je gisteren vertelde en ik trof er een heel andere man aan dan ik de eerste keer ontmoet had. Zijn doen en laten was eenvoudig, de uitdrukking van zijn gezicht geestig en hij bereidde mij een vriendelijke ontvangst. Zodra ik hem gezegd had waarvoor ik gekomen was, maakte hij zich onmiddellijk op om aan mijn verzoek te voldoen en zelfs om mij, daar ik vreemdeling was, alle inlichtingen te verstrekken.
‘Pater,’ sprak ik, ‘wat zijn toch die grote boekdelen die de hele wand van de bibliotheek beslaan?’
‘Dat zijn,’ antwoordde hij, ‘de commentaren op de bijbel.’
‘Dat zijn er nogal wat,’ zei ik wederom, ‘de Heilige Schrift moet vroeger wel bijzonder duister geweest zijn maar nu bijzonder helder. Zijn er nog passages waarover men het niet eens is? Zijn er nog omstreden punten?’
‘En òf die er zijn, goede God! En òf!’ antwoordde hij. ‘net zoveel als er regels in de bijbel staan.’
‘Werkelijk? Maar wat hebben al die schrijvers dan gedaan?’
‘Die schrijvers,’ antwoordde hij, ‘hebben helemaal niet in de Heilige Schrift gezocht, wat men moet geloven, maar wat ze zelf geloofden. Zij hebben de bijbel helemaal niet als een boek beschouwd waarin de dogma’s vervat waren die zij moesten aanvaarden maar als een werk dat hun eigen ideeën gezag kon verschaffen. Daarom hebben ze de zin ervan verduisterd en alle passages geweld aangedaan. De bijbel is a.h.w. een land waar mensen van alle geloofsrichtingen heen trekken om er plundertochten te ondernemen. Ze is een slagveld waar de vijandelijke groepen als ze elkaar ontmoeten heel wat veldslagen leveren.
Vlak daarnaast ziet U de ascetische of devote boeken. Vervolgens de boeken over de moraal, van heel wat meer nut.
Dan de theologische werken, dubbel duister zowel door het behandelde onderwerp als door de behandeling van het onderwerp. Vervolgens de werken der mystici, d.w.z. van de vromen met een gevoelig hart.’
‘Pater, mag ik U verzoeken niet zo vlug te gaan? Vertelt U mij iets over die mystici.’
‘Mijnheer,’ sprak hij, ‘de vroomheid verwarmt een hart dat geneigd is tot zachtmoedigheid en doet geesten in zijn hersenen ontwaken die hem eveneens in vervoering brengen, vandaar de extasen en de verrukkingen. Die toestand is de waanzin der vroomheid. Soms vervolmaakt hij zich of liever degenereert tot quiëtisme. U weet dat een quiëtist niets anders, is dan een dwaas, vroom en vrijdenker tegelijk.
Kijkt U maar eens naar de casuïsten die de geheimen van de nacht aan het daglicht brengen, die in hun verbeelding alle monsters bedenken die de liefdesdemon kan voortbrengen, deze verenigen en vergelijken en tot voortdurend onderwerp van hun gedachten maken.
Gelukkig het hart dat zich van deze zaken onthoudt en niet medeplichtig wordt aan zoveel ontsporingen van de geest, zo naïef beschreven en zo naakt geschilderd!
U ziet, mijnheer, dat ik onbevooroordeeld denk en dat ik U alles zeg, wat ik dejik. Ik ben van nature naïef, vooral tegenover U, die een buitenlander is, die de feiten wil weten, en wel, zoals ze zijn. Als ik wilde, zou ik U slechts over dit alles met bewondering spreken, ik zou U voortdurend zeggen: Dat is goddelijk, dat is eerbiedwaardig, dat is wonderbaarlijk. En dan zouden er twee mogelijkheden zijn, öf ik zou U bedriegen öf ik zou mij in Uw ogen onteren.’
Ons gesprek werd hier onderbroken tot de volgende dag, omdat de monnik weggeroepen werd voor de een of andere kwestie.