[p. 208]
Ik schreef op de advertentie van die toren:
zijn klokken wilde ik wel eens horen.
Naast hem ben ik op het plein gaan staan.
Rond was de maan om zijn gouden haan.
Zilver het plein om mijn zwarte Ik.
Wit mijn horloge van ‘t ogenblik.
Onze schaduwen heb ik vergeleken,
groot was zijn romp en klein mijn teken.
Daar kwamen de middernachts-slagen aan-
gonzen over de stad onder de maan.
Op de laatste slag ben ik gesprongen
en met hem weggezongen.
Sinds ben ik niet meer vernomen.
Niemand vroeg: waar mag hij blijven?
Eerst nu ben ik teruggekomen
om dit in zijmvorm op te schrijven.
Lees de Tirade Blog
Kamervrees
Utrecht, 16 december 2024 Beste Izaak en Ties, Na jullie aandoenlijke bekentenissen over ernstig drugsgebruik betreur ik het eerlijk gezegd niet dat ik jullie nooit tijdens een ongedwongen duinwandeling tegen het lijf ben gelopen. Ja, gelukkig troffen we mekaar pas binnenboezemlijk in een later, meer gerijpter stadium, als ik dat zo mag zeggen? Die gloeiende...
Lees verderEen vreemdeling op bezoek
Amsterdam, 5 december 2024 Lieve Izaak, ‘U hebt gezien dat het niet gemakkelijk is de tekst met de ogen te ontcijferen; onze man ontcijfert hem dan ook met zijn wonden.’ – Kafka Rond deze tijd van het jaar wordt het Vondelpark voornamelijk nog enkel als doorgang gebruikt. Op de in mutsen en wanten gestoken toeristengroepen...
Lees verderDe olie en het woord
‘Met als uitzondering de Koran, zag ik nergens woorden op papier.’ Heeft een toerist recht van spreken? Mag hij oordelen? Wij maakten een korte reis door een ver, vreemd land. We wisten er al het een en ander van: veel olie onder het zand, vrouwen als tweederangs burgers, het staatshoofd laat een onwillige journalist in...
Lees verder
Blog archief