[p. 476]
Zomer
als de dag naar blauwe lucht ruikt
en de zon pijlen van koper
door de vroege nevels werpt
dan moeten wij onze vreugde
als bloempotten voor de ramen zetten
zodat zij opgroeit
en ons ijzig verdriet ernaast leggen
zodat het smelt
ook moeten wij onze onzekere toekomst
van de ruiten wegwassen
want zij belemmert een ongehinderd
uitzicht op het leven
dan mag iedereen voor een keer
gedichten schrijven op trottoirs
over bloemen en insekten
en ballades over de vrede
zingen in de kerken
dan gaan de dichters zitten
op fonteinen en laten het water
gedichten schrijven op hun huid
Hugo Verdaasdonk