Adhesie
Vriendelijk dank voor uw vleiende brief van 2 Mei. Omdat in mijn ogen Tirade een uitermate suspect blad is, zal ik er niet in publiceren. Met beleefde groet en hoogachting,
J.W. Holsbergen e.m.z
l.m.r.
Na zestig jaar achter de gevangenistralies te hebben gezeten heeft de 82-jarige Deen Mozart Lindberg Hansen te horen gekregen dat hij zal worden ontslagen om de rest van zijn bestaan in vrijheid te kunnen doorbrengen.
De oude man verklaarde naar Kopenhagen te willen gaan voor ‘een vrolijke avond’. Hij zei tien kronen te willen uitgeven (ongeveer f 5,50).
Parool, 28 febr. 1963.
Een dorps idylle
Op de dag van de uitzending van de manifestatie Open het Dorp hebben televisie-kijkers en radioluisteraars iets minder beheerst van hun individuele vrijheid gebruik gemaakt dan ze gewend waren te doen. De kijkers waren gefascineerd, nee zeggen kon men nauwelijks. Natuurlijk in abstracto had men de vrijheid om de knop van het toestel om te draaien maar zolang dit niet gebeurde, werd men steeds geconfronteerd met één kant van het alternatief, en die kant was: géven.
Zo werden de kijkers enigszins murw gemaakt, door reacties van de medemens. Onverschillige kijkers kregen bovendien geen kans om solidair te zijn met andere onverschillige kijkers.
Prof. Rutten, Parool, 28 febr. 1963.
‘Men is niet meer vrij, men komt er niet meer uit.’
‘Onder geen voorwaarde in een speciaal dorp. Als dat toch gebeuren moet, dan met een afrastering van palen en prikkeldraad en nog een gaskamer is het pas compleet.’
‘Het plan voor dit dorp doet inderdaad denken aan een soort afzonderingskamp voor besmettelijke zieken.’
‘De waarde van de mens wordt omlaag gehaald bij algehele afzondering en door steeds weer ellende om je heen te zien. Erg deprimerend.’
‘Dit is voor mij het einde van alles.’
Parool, 28 febr. 1963.
Alexin wonderland
Casadesus bewees ook ditmaal weer dat artistieke wonderen slechts verricht kunnen worden zonder technische of andere wonderbaarlijkheden, maar integendeel pas een sublieme staat bereiken door met zo gewoon mogelijke eenvoud de partituur tegemoet te treden. Niets dan de partituur lijkt zijn motto, en zijn aanpak van muziek legt er dientengevolge bij voortduring getuigenis van af dat al het andere, al het zogenaamd subjectief-expressieve of welke persoonlijke toevoegingen ook, niets dan bijkomstige poespas is, die – de aandacht van het wezenlijke afleidend – eigenlijk op onmacht berust.
Lex van Delden, Parool, 8 maart 1963.