[p. 576]
Het geeft niet, het hindert niet, het komt er niet op aan
je hebt het altijd geweten en weet het nog
je wilt het alleen niet zeggen
behalve als ik op één beduimeld oor lig
met mijn tenen tegen de noordpool aan
je handen en ogen verraden het dagelijks
maar het moet een geheim blijven, schijn je te denken:
een klein beetje een geheim, als een kindje
in een al welvende buik
het geeft niet, ik speel met je mee,
zoals ik altijd met je meegespeeld heb:
mijn lippen luisteren toch veel meer af
dan jouw mond ooit vertellen kan
C. Buddingh’