Portefolio
onder redaktie van 10 Nicolaas Wijnberg
Melle
1. |
Wanneer en waar bent u geboren?
27 mei 1908 te Amsterdam. |
2. |
Welke opleiding heeft u gehad?
God was mijn leermeester. |
3. |
In welke opzichten heeft u invloed ondergaan van uw milieu?
De Socialistische Arbeidersbeweging. |
4. |
Welke schilder heeft invloed gehad op uw vroegste werk? En waarom?
Steinlen. (zie drie) |
5. |
Zijn er ook nu nog invloeden?
Geen. |
6. |
Zijn er andere dan beeldende kunstenaars die invloed op uw werk hebben of hebben gehad?
Ik heb in alle stilte gewerkt. Bemoei me met niemand. |
7. |
Welke schrijvers leest u het liefst?
Ik lees niet. |
8. |
Welke componisten en muzikanten hoort u het liefst?
Heb geen voorkeur. |
9. |
Houdt u van theater en wat ziet u het liefst?
Hou niet van theater. |
10. |
Heeft u ooit buiten Holland gewerkt?
Heb nooit buiten Holland gewerkt. |
11. |
Welke levende beeldende kunstenaars vindt u belangrijk op dit moment?
Niet één. (aardige mensen) |
12. |
Vindt u het geestelijk klimaat in Nederland gunstig voor culturele ontwikkeling? Waarom?
Ja (anders was ik er niet). |
13. |
Welke eigenschap vindt u het belangrijkst bij een kunstenaar. En welke het meest te veroordelen?
Hij moet intelligent zijn, en een goed vakman. |
14. |
Hoe staat u tegenover de abstracte kunst en waarom?
Ik sta daar nooit ‘tegenover’. |
15. |
Rekent u pop-art tot de beeldende kunst?
Ja, hoe meer mensen zich met pop-art bemoeien hoe beter, dan ben ik ze kwijt. |
16. |
Vindt u het belangrijk dat uw werk in een museum hangt?
Neen, een museum is toerisme geworden. |
17. |
Heeft u speciale plannen en welke?
Ik heb geen plannen, al m’n plannen zijn in het water gevallen. |
18. |
Welke kleur is u het liefst?
De kleur die me te duur is. |
19. |
Vindt u het noodzakelijk dat uw werk ingelijst wordt en hoe?
Ja, en zo vakkundig mogelijk. |
20. |
Ziet u een levende traditie in Nederland en waar bevindt die zich?
In Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. |
21. |
Wilt u daar deel aan hebben of juist niet?
Neen, daar wil ik geen deel aan hebben. Ik vind de meeste kunstenaars enge, domme mensen. Niet allen. |
22. |
Ziet u een specifieke Europese kunst of gelooft u dat kunst internationaal is?
Kunst is internationaal. |
23. |
Wat is het motief dat u emotioneel het meeste doet en dat in uw werk eventueel een speciale plaats inneemt?
Dat zeg ik niet. |
24. |
Bent u tevreden met uw lot of wilt u de volgende keer een ander beroep en welk?
Er is helaas geen volgende keer. |
25. |
Als u een collectie mocht samenstellen van twaalf werken, wat zou u dan kiezen?
Zes van de zoon van Johanna en zes van de zoon van Hendrikus Oldeboerrigter. |